Lifestyle
Jonge doeners

"We werken allemaal rond slow fashion"

27 augustus 2019
Door: MIJNLEUVEN
Een blik op 13 jonge kunstenaars in onze atelierruimtes in STADHUIS. Ep.3: Vier jonge textielfanaten.

Dertien jonge kunstenaars werken tijdens de zomermaanden in de atelierruimtes van STADHUIS. Onder hen: Kemi Oliha (25), Jonathan Bizindavyi (25), Brecht van Assche (24) en Kaat De Ploey (23). Vier ondernemende textielfanaten met een duurzame missie.
Tekst: Anastasia Knyazeva // Foto’s: Kato Van Miert

Wat is de reden dat jullie voor de residentie kozen? Gebrek aan atelierruimte, werksfeer of nog iets anders?
Jonathan
: “Hier hebben we ruimte en goede naaimachines, dus qua infrastructuur is het hier gewoon super en de locatie is ideaal: Veritas is hier nog geen 20 meter vandaan.”
Kemi: “Ik heb wel een ruimte thuis, maar ik vind het fijn om naar hier te kunnen komen. Hier kan je meer een ‘ik ga naar mijn werk’ gevoel hebben en hou je thuis als plaats om even uitrusten en op adem te komen.”
Kaat: “Thuis kleren ontwerpen en maken is simpelweg eenzaam na een tijd. Bovendien kan je af en toe raad en feedback vragen aan elkaar. Sinds ik in het atelier zit, werk ik echt als een gek (lacht). Als ik thuis zo veel uren na elkaar zou werken, zou ik best triest worden.”

Het heeft dus veel voordelen om met meerdere kunstenaars onder één dak te zitten?
Kemi:
“Ja, echt wel! Wat ik leuk vind is heel veel kruisbestuiving, omdat je dan van de andere mensen aan het leren bent. Ik wil in de toekomst bijvoorbeeld zelf stoffen bedrukken en hier kan ik bij andere kunstenaars meteen terecht met die vraag. Of ik zie hoe de anderen kleren recupereren en dan krijg ik zelf inspiratie. Het enige probleem is dat ik dan iets minder snel werk, want ik ben nogal een prater (lacht).
Jonathan: “Ik vind het ook leuk dat je weet dat er iemand gaat zijn; je zit niet alleen met je eigen creativiteit. Ik vind het concept van samen zitten in een residentie dus echt een goed idee. Het stimuleert en pusht mij om concreter te werken.”

Je zit hier niet alleen met je eigen creativiteit
- Jonathan

En zorgt dat ook voor concrete samenwerkingen?
Kemi: “Ik denk dat we er allemaal samen aan begonnen, maar dat we in the end toch nog vooral met ons eigen ding bezig zijn.”
Kaat:We werken wel rond eenzelfde thema, namelijk slow fashion (meer uitleg bij het stukje over Kaat De Ploey onder dit artikel).”
Jonathan: “We zijn inderdaad allemaal wel bezig met het recupereren en herbewerken van kledij, met elk onze eigen creativiteit die we eraan toevoegen.”

Een thema dat tijdens de eindexpo uitgebreid aan bod komt?
Kaat: “
We tonen elk onze verschillende insteek wat betreft dit concept. Jonathan werkt rond het upcyclen van tweedehandskledij. Kemi werkt meer rond identiteit van kledij. Zij ontwerpt zelf ook patronen in stoffen met onderliggende verhalen! Ik werk rond het gebruik van afvalstoffen. Samen ontwerpen we dan ook elk unieke stukken, wat belangrijk is in het waardebelang van de kleren. We gaan voor meer waarde aan een beperkte hoeveelheid kledingstukken , een tegenhanger van massaconsumptie.”

We streven naar een kleinere hoeveelheid kledingstukken met een grotere individuele waarde
- Kaat

Voelen jullie soms de stress van de deadlines aan?
Kemi:
“Ja, begin augustus voelde je het wel, toen was iedereen zich op Habitat aan het voorbereiden. Ik had dan ook een paar kledingstukken die af moesten zijn tegen dat weekend. Dan begon ik om 8 uur ’s ochtends en werkte ik door tot laat ’s avonds. Sommige meisjes hier hebben zelfs nachtwerk gedaan om hun deadline te halen.”

Oei, nachtwerk, mag dat hier wel?
Jonathan
: “We hebben natuurlijk afspraken gemaakt, maar ze zijn wel vrij ruim. We hebben ook elk een sleutel en kunnen er op elk moment binnen; zolang we met ons creatief werk bezig zijn is het geen probleem.”
Kaat: “Je moet ook gewoon een beetje je gezond verstand gebruiken. Het is natuurlijk geen hotel, dus je mag er niet slapen. Het is ook geen feestkeet, dus je mag er ook geen party organiseren (lacht).”

De kunstenaars

Jonathan Bizindavyi & Brecht Van Assche
De twee vrienden studeerden samen aan de faculteit van sport- en revalidatiewetenschappen en besloten nadien om een eigen project op te starten. Een project waar ze deze zomer erg hard aan werken. Hun merk heet René, wat wedergeboorte betekent. Hun doel is om stijl en kledij duurzamer te maken, in plaats van constant nieuwe stukken te produceren. Reeds bestaande kleren in de spotlight brengen dus. Daarvoor vertrekken ze vanuit een bestaand tweedehands kledingstuk en voegen daar een bijzonder detail aan toe om het zo ‘nieuw’ te maken en er terug de aandacht op te vestigen.

Kaat De Ploey
Kaat is al van kinds af aan bezig met textiel en naaien. Toch koos ze voor een opleiding burgerlijk ingenieur-architect. Tijdens haar studies hechtte ze veel belang aan duurzame architectuur en dat trekt zich ook door in haar modeplannen nu. Ze werkt met rest- en afvalstoffen en haalt de inspiratie voor haar ontwerpen uit het textiel zelf. Onder de merknaam De Ploey heeft ze twee belangrijke doelen: de milieu-impact van mode verkleinen en zelf unieke stukken op de wereld zetten. Ze gelooft dat unieke kledij kan zorgen voor een vermindering in consumptie of trendgedrag.

Kemi Oliha
Kemi studeerde vorig jaar af als psychologe aan de KU Leuven en begon in haar vrije tijd kleren te maken. Voor haar is het vaak een emotioneel of zelfs therapeutisch proces. De identiteit, symboliek en het gevoel dat door bepaalde stoffen wordt opgewekt van groot belang. Zo maakt ze onder andere kleding naar Westerse modellen – zoals jumpsuits, minirokken of topjes – maar speelt ze daarbij met kleine details of grote stukken uit traditionele Afrikaanse stoffen. In de toekomst wil ze graag zelf stoffen bedrukken en haar familie bij dat project betrekken. Zo wilt ze het verhaal van haar identiteit in haar ontwerpen betrekken. Daarom gebruikt ze ook haar achternaam, Oliha, als naam voor haar merk.

27 augustus 2019
Door: MIJNLEUVEN