Cultuur
Jonge doeners

Het moeilijkste aan schrijven, is er tijd voor maken

9 januari 2017
Door: MIJNLEUVEN
Schrijfster en dichteres Carmien Michels (26) over haar liefde voor taal.

Schrijfster, poetry slammer, docente, theatermaker… Carmien Michels is het allemaal. Nog maar 26 is ze, en toch ligt haar tweede boek ‘Vraag het aan de bliksem’ al in de rekken van de boekhandels. “Ik wilde nooit alléén maar schrijfster worden. Ik houd van de eenzaamheid van het schrijven, maar ben tegelijk een sociaal beest dat het podium nodig heeft. mijnLeuven probeerde de heerlijk kronkelende hersenspinsels van dit multi-talent te ontwarren.
Tekst: Hanne Decré/ Foto's: Lisa Decré

Carmien, wanneer wist je dat je schrijfster wilde worden?
“Schrijven is voor mij lang een opgedoekte droom geweest. Als kind wilde ik van alles worden, van modeontwerper tot filmmaker. Het was pas toen ik schrijflessen van Bart Moeyaert kreeg, dat ik dacht ‘Hier wil ik iets mee doen’. De schrijfopdrachten verliepen wel erg moeizaam. Ik haatte ze, maar tegelijkertijd wilde ik niets liever dan kunnen schrijven. Toch wilde ik nooit alleen schrijfster worden. Ik houd van de eenzaamheid van het schrijven, maar ben tegelijk een sociaal beest dat het podium nodig heeft.”

Hoe ben je bij Danny, het hoofdpersonage van je boek, terechtgekomen?
“Ik wilde eerst schrijven over een kleptomanische vrouw, maar ik bleef worstelen met de verhaallijn. Tot ik de film ‘Unleashed’ zag, waarin het hoofdpersonage Danny opgeleid werd tot hond van een maffiabaas. Ik vond het interessant om te vertrekken van iemand die zich slaaf kan voelen van de maatschappij. Mijn personage Danny is eigenlijk de underdog die niets liever wil dan opklimmen op de sociale ladder. Toch herken ik ook dingen van mezelf in hem. Als ik gedronken heb, krijg ik ook kleptomanische trekjes (lacht). Ik ‘steel’ niet om dingen te bezitten, maar om zo onopvallend mogelijk iets onder de neus van een barman te kunnen wegrissen, en het nadien terug te geven of uit te delen. De truc, de spanning… daar doe ik het voor. Tegenwoordig doe ik wel leukere dingen in een dronken bui hoor. Moppen en gedichten vertellen aan barmannen en -vrouwen bijvoorbeeld. In ruil voor wat meer rosé (lacht).”

Hoe lang schrijf je effectief aan een boek?
“Dat varieert van boek tot boek. Maar ik heb toch wel twee jaar nodig. Het moeilijkste aan schrijven is er tijd voor maken. Praktische zaken, maar ook een zekere faalangst houden mij vaak weg van mijn schrijftafel. Op het moment dat ik erin slaag om eraan te gaan zitten, zijn er al heel wat obstakels overwonnen. Ik ben nu met een gedichtenbundel bezig en ik heb het gevoel dat dat nog meer tijd vraagt. Gedichten zijn afzonderlijke eilandjes en je moet iedere keer weer op zoek gaan naar de essentie. Je moet veel vragen oproepen en iets magisch doen ontstaan. Maar je hebt niet in de hand wanneer dat zal lukken. Dus het is wringen, schrappen en opnieuw kneden.”

Praktische zaken, maar ook een zekere faalangst houden mij vaak weg van mijn schrijftafel
- Carmien

Hoe magisch is taal voor jou?
“Taal als medium is ongelooflijk mooi. Je denkt in taal, je drukt je uit in taal. Toch is het ook leuk om het verbale eens weg te nemen en te kijken wat er dan gebeurt. Met mimiek kan je heel veel tonen, zonder een woord te zeggen. Eigenlijk ben ik geobsedeerd door taal. Wanneer iemand iets zegt, maak ik bij elk woord associaties. Of ik word afgeleid door de intonatie of de manier waarop iemand iets zegt. In feite ben ik niet zo’n goede luisteraar. Of toch niet op de manier dat mensen graag hebben dat er naar hen geluisterd wordt.”

‘Met verbeelding overstijgt iedereen zijn eigen nietigheid. En met grootheidswaanzin’. Zo luidt het einde van je boek. Geloof je dat ook zelf?
“Met verbeelding sowieso. Als je het heel zwart-wit stelt, bestaat het leven uit een begin- en eindpunt. Tot het moment dat we ons voortplanten zijn we gezond en nadien takelen we af. Dat is een trieste gedachte, maar verbeelding geeft het gevoel dat er ‘iets meer’ is. Eigenlijk heeft verbeelding, toch zeker voor mij, de functie van geloof overgenomen. En met grootheidswaanzin eigenlijk ook. Ik hoorde Maud Vanhauwaert (Vlaams schrijfster, dichteres en actrice, nvdr.) eens zeggen: ‘Wees in je projecten megalomaan en relativeer daarbuiten’. Als je met iets bezig bent, mag je je door niets laten afremmen. Daarbuiten moet je beseffen dat je maar één van de schakels in de wereld bent. En dan belanden we terug bij de nietigheid…”

Naast schrijven ben je ook volop bezig met slam poetry. Wat betekent dat voor jou?
“Slam poetry is een prachtig genre. Net omdat je de perfectie niet hoeft te benaderen. Dat gaat nu eenmaal niet. Het is geen gymnastiek, waarbij iedereen eenzelfde oefening moet uitvoeren. Je moet net allemaal je eigen ding doen en dat is heerlijk subjectief. Je moet zelf teksten schrijven en die op het podium brengen. En het is de bedoeling om zo oprecht mogelijk te vertellen wat er in je omgaat. Of het nu over de liefde gaat of over de vluchtelingencrisis. Daarnaast is er natuurlijk ook het competitiegehalte. In mei van dit jaar heb ik als Nederlands kampioen meegedaan aan het Wereldkampioenschap Poetry Slam in Parijs, met een bronzen medaille als resultaat. Eigenlijk was het een ex aequo met de kampioenen van Spanje en Israël. Maar ik zei: ‘Ladies first, I’m third’ en daarmee was de kous af (lacht).”

Ik ben niet zo’n goede luisteraar, of toch niet op de manier dat mensen graag hebben dat er naar hen geluisterd wordt
- Carmien

Wat brengt de toekomst?
“Ik heb veel leuke projecten in het vooruitzicht. Ik mag op een literaire tournee in Engeland, de winnares van het WK heeft mij uitgenodigd om in april op te treden in Montréal, en hier in Leuven ben ik voor een jaar huisverteller bij museum M. Het museum gaat een tijdje dicht, dus gaan mijn vertellingen door op bijzondere plaatsen, zoals in de schatkamer van Sint-Pieter. En dan is er ook nog mijn dichtbundel die in het verschiet ligt.”

Stel, je mag 5 literaire helden uitnodigen voor een gezellige babbel en koffie. Wie zou er mee aan tafel mogen schuiven?
“Op de koffie? Is het gezellig bedoeld? Want ik denk dat de schrijvers die ik goed vind niet per se aan gezelligheid doen (lacht). Maar goed, even denken… Pablo Neruda, de Chileense dichter. Roald Dahl mag zeker niet ontbreken. Miranda July, een heerlijk, gekke Amerikaanse kunstenares. José Saramago en Gabriel García Márquez. Oh nee, te veel mannelijk overwicht. Dan ook nog Lydia Davis. Dat zijn er dan zes.”

Wat zou je hen vragen?
“Ik denk dat ik vooral zou luisteren. Of misschien zou ik beginnen met te vragen hoe het gaat. Zeker aan de dode mensen. Of misschien dat ik de vraag stel die mijn oom altijd tijdens familiefeesten stelt: ‘Wat zijn op dit moment de drie dingen die je gelukkig maken in het leven?’.”

Meer weten over Carmien? Surf dan naar http://carmienmichels.be

EUROPEES KAMPIOEN POETRY SLAM 2016
Tussen al het mannelijk geweld stond Carmien als enige vrouwelijke finalist heel duidelijk haar mannetje op het podium. Ze ging niet voor niets naar huis als Europees kampioen. En hoewel het een thuismatch was, kwam de overwinning toch wat onverwacht. "Het voelde allemaal heel absurd, maar ik was heel gelukkig te horen dat ik de winnaar was. Mijn pijnlijke lachspieren zijn daar bewijs van.

9 januari 2017
Door: MIJNLEUVEN