Lifestyle
Jonge doeners

“We willen mensen inspireren om meer waarde te hechten aan kledij”

29 september 2020
Door: MIJNLEUVEN
Brecht en Jonathan geven tweedehandskledij een nieuwe identiteit.

Een jaar geleden stonden Brecht van Assche (24) en Jonathan Bizindavyi (25) aan de start van hun eigen bedrijf : RENÉ. Een uniek kledingmerk dat verloren tweedehandskledij nieuw leven inblaast door er stijlvolle stukken van te maken met een eigen identiteit. Unieke outfits dus, waar je volledig jezelf in kan zijn. En laat dat nu dé reden zijn waarom deze twee toptalenten hun krachten bundelden. Tussen het stikken door maakten ze graag tijd voor een interessante babbel. En ook hun nieuwste aanwinst Lotte, zat gezellig – en coronaproof – bij aan tafel. 
Tekst: Emely Verachtert / Foto’s: Louis Miserez

Twee jongens die samen beslissen om een kledingmerk op te starten. Hoe komt zoiets tot stand? 
Jonathan: “Heel spontaan (lacht). Brecht en ik leerden elkaar kennen tijdens onze opleiding bewegings- en revalidatiewetenschappen in Leuven. En eigenlijk merkten we al snel dat we gemeenschappelijke interesses hadden, waaronder dus ook kleding. In de eerste plaats wilden we een eigen T-shirtlijn opstarten, maar dat oorspronkelijke idee evolueerde al snel tot het bedrijf dat we vandaag runnen. Met RENÉ geven we tweedehandskledij een nieuwe identiteit door gebruik te maken van borduursels, zeefdruk en upcycling met reststoffen.”
Brecht: “Ons tweekoppig team is ondertussen trouwens een driekoppig team geworden. Via onze vriendengroep leerden we Lotte kennen, die een achtergrond in kunstwetenschappen heeft en al van jongs af aan bezig is met het experimenteren en bewerken van kledij. De ideale aanwinst voor René dachten wij. Ze kwam echt op het perfecte moment.”

Waar staat RENÉ voor? En wat willen jullie bereiken?
Brecht:
“We willen met RENÉ stijl en kledij duurzamer maken in plaats van voortdurend nieuwe stukken te produceren. Maar het is meer dan rebranden en upcyclen alleen. We willen met onze herwerkte kledij een platform creëren waarmee we mensen verbinden. We willen dat mensen zich identificeren met RENÉ zodat we onze passie voor visuele kunst kunnen overdragen op anderen.”
Jonathan: “De boodschap die we vooral ook willen brengen is dat alles uiteindelijk wel in zijn plooi zal vallen. Dat haast niet nodig is en dat je vooral moet genieten van het proces. Er zijn teveel mensen die hun werk niet graag doen. Dus experimenteer zoveel mogelijk en zoek iets wat je motiveert om elke dag opnieuw op te staan. Deel je werk en ideeën, durf vragen te stellen, doe collabs… Als je daardoor iets vindt wat echt een passie is en waar je fier op bent, dan ga je ook op persoonlijk vlak heropleven. We willen RENÉ dan ook uitbouwen tot een concept en platform dat die gedachte belichaamt.”

Hoe zijn jullie op de naam gekomen?
Jonathan:
“Ik vond het belangrijk dat de naam van ons bedrijf een Franse naam was, ter ere van mijn vader. Toen ik vorig jaar deelnam aan initiatielessen rond ondernemen bij Let’s Go Urban Academy, kwam ik door een gesprek met de spreker op de naam RENÉ, wat ‘herboren’ betekent. Heel toepasselijk, gezien ons concept.”

Goede communicatie en taakverdeling zijn de key tot succes
- Brecht

Mikken jullie op een bepaald publiek?
Jonathan:
“Vooral jongeren en jongvolwassenen met interesses die gaan van kunst en cultuur tot design, muziek en talrijke projecten daarrond. De creatieve sector eigenlijk (lacht). Op vlak van kledingstijl zien we vooral jongeren voor ons die zich comfortabel voelen in tweedehandskledij met een retro esthetiek, gecombineerd met urban invloeden.”

Wat komt er allemaal kijken bij zo’n opstart van een eigen bedrijf?
Brecht: “Een goed idee hebben, is een begin. Maar het moeilijke is om dat idee praktisch uit te denken op een manier die ook rendabel is. Het is vooral belangrijk om goed te weten wat je wil bereiken en waar je voor staat. Eens je dat weet, kan je beginnen aan al het administratief gedoe. Een business- en financieel plan opmaken, je bedrijf inschrijven als erken¬de onderneming, jezelf inschrijven als zelfstandige, verzekering in orde brengen, belastingen en sociale bijdrage in orde maken… De lijst met to do’s is niet kort. Gelukkig kregen we hiervoor veel hulp van de geweldige mensen bij MIJNLEUVEN.”

Moesten jullie veel hindernissen overwinnen?  

Brecht:  “Door ons van bij het begin goed te laten begeleiden door KBC start-it, vrienden en MIJNLEUVEN, hebben we veel tegenslagen kunnen vermijden. Bepalen aan welke prijs we onze kledij wilden verkopen en startkapitaal waren onze grootste obstakels. Omdat onze stukken uniek zijn en dus niet echt te vergelijken met iets wat al op de markt bestaat, vonden we het heel moeilijk om zomaar een prijs op onze kleren te plakken. Je kleren geven ook een bepaald signaal mee. Kwaliteit versus kwantiteit. Ons eigen beperkte vermogen was niet voldoende om een bedrijf uit de grond te stampen. Daarbij komen ook nog alle administratieve kosten, die ook niet te onderschatten zijn. Dus ook daar moesten we een goed plan van aanpak voor bedenken.”

Hoe hebben jullie de prijs uiteindelijk bepaald dan?  Jonathan: “We hebben daarvoor beroep gedaan op de ervaring van Robin (‘Strever’), een jonge ondernemer. Zo’n prijs wordt eigenlijk bepaald door het proces dat een kledingstuk doormaakt: aankoop, bewerkingsproces, media en marketing, verkoop en verzending. Robin heeft onze kostenstructuur en tijdsinvestering geanalyseerd en zo de prijzen berekend.”

Hoe zijn jullie effectief gestart? Hadden jullie een bepaalde doel voor ogen?  Jonathan: “Ons eerste doel was achterhalen of ons idee aansprak. Daarom wilden we de tijd en ruimte nemen om wat te experimenteren. Dankzij MIJNLEUVEN konden we meestappen in een gezamenlijke expo ‘Openbare Werken’. Die expo zorgde voor de reactie waar we op hoopten. Dat ons idee daar bevestigd werd, was voor ons hét signaal om ervoor te gaan. We zijn dan ook ontzettend trots dat we die stap hebben durven zetten. Bovendien zijn we ook altijd op zoek naar opportuniteiten en samenwerkingen. Zo gingen we zonder twijfelen in op het aanbod van Studio Start, om te experimenteren met pop-up ruimte. Verbondenheid vinden we heel belangrijk. Op lange termijn zouden we het geweldig vinden, mochten zo’n samenwerkingen ook lukken via andere initiatieven en projecten.”

Hoe komen jullie aan kledingstukken om te herwerken?
Lotte: “We zijn tot nu toe een aantal keer naar Brussel geweest en door Leuven getrokken om tweedehandswinkels door te nemen. We kiezen onze kleren één voor één zelf uit. Die manier van werken zorgt ervoor dat we een uniforme stijl kunnen behouden en dat we volledig achter onze collectie kunnen staan. Maar het is best intensief. Daarom zijn we op zoek naar een systeem waarmee we minder tijd verliezen. Een oplossing zouden grote verdeelbedrijven van tweedehandskledij kunnen zijn, of dat mensen hun oude kledij bij ons kunnen binnenbrengen. Zeker gezien de coronamaatregelen is die tweede optie een serieuze overweging. Bijkomend bekijken we ook hoe we dit kunnen koppelen aan solidaire covid-projecten.”

Een duur kledingstuk dat je vaak draagt, is voordeliger dan een goedkoop dat achteraan in de kast verdwijnt”
- Jonathan

Combineren jullie RENÉ nog met jullie studies? 
Brecht: “Jonathan en ik zijn allebei afgestudeerd ondertussen, maar we zijn wel op zoek naar een job. We zullen RENÉ dus sowieso combineren. Goede communicatie en taakverdeling zijn dan ook de key tot succes. En vooral ook alles goed en haalbaar inplannen. Dat Lotte ervaring heeft met het begeleiden en uitwerken van expo’s is een welgekomen aanvulling op de ervaring binnen ons team.”

Kan een bedrijf zoals dat van jullie rendabel zijn? Gezien de unieke collectie en de tijd die jullie erin steken.
Brecht:
“Om dat te bekijken, zaten we samen met KBC Start-It. Het zelf uitkiezen, handmatig bewerken en fotograferen van elk stuk kost veel tijd. We werken met een relatief ‘snelle’ collectie, wat dan de eenvoudig bewerkbare stuks zijn waarbij we experimenteren met designs en logo’s. En daarnaast een unieke, ‘trage’ collectie, wat dan items zijn die meer tijd vragen. We naaien allerlei stoffen op de kledingstukken, retoucheren en bewerken zonder dat de eigenheid van het stuk verloren gaat. Door die tijdsinvestering liggen de prijzen wat hoger. In de toekomst willen we ook kijken naar gerecycleerde kleding in stock, overstock van winkels en eigen inbreng van kleren.”

Waar ligt jullie ambitie met RENÉ? Hoe zien jullie de toekomst?
Brecht:
“We werken niet echt naar een vast doel of toekomstperspectief. Vooral omdat we dan onze blik zouden vastzetten. Onze ambitie ligt juist in het bezig zijn met RENÉ. Daarom willen we RENÉ verder uitbouwen tot een concept, niet alleen de kledinglijn die het nu is. We willen verder gaan in het visuele, de muziek en de kunst aan de hand van evenementen. Het belangrijkste voor ons is dat de waarden waar we voor staan doorgetrokken worden in al onze projecten.”

Hebben jullie plannen om een fysieke winkel te openen?
Brecht:
“Het plan om een eigen winkel te openen is er eigenlijk nooit geweest tot we de kans kregen om een pop-up store te openen. Nu we hebben kunnen proeven van de kracht van een fysieke winkel, begint het bij ons wel te kriebelen. Nog niet zolang geleden gingen we in gesprek met andere jonge ondernemers en beleidsmakers over pop-up initiatieven (via het traject ‘De stem van jonge ondernemers’, nvdr.). We zijn dus zeker van plan om nog pop-up stores open te doen. Ook in andere steden.”

Gaat het concept van 2de-, 3de en 4de handskleding, wat meestal aan democratische prijzen verkocht wordt, niet verloren op de manier dat jullie het aanpakken?
Jonathan:
“Volgens ons wordt de levensduur van tweedehandskledij verlengd door nieuwe initiatieven. Het leuke is dat we mensen kunnen inspireren om meer waarde aan eigen kleding te hechten, bewuster te kopen en eigen kledij te bewerken. We houden het cost per wear-model vaak in ons achterhoofd. Een duur kledingstuk dat je vaak draagt, is voordeliger dan een goedkoop dat achteraan in de kast verdwijnt. Als je een kledingstuk vindt waarmee je goed in je vel zit, wat je wekelijks draagt en waar je jezelf uniek in voelt, dan zit je goed. En dat is waar RENÉ voor staat.”


29 september 2020
Door: MIJNLEUVEN