Samenleving

˝Op school leer je grammaticaregels, tijdens de activiteiten van OKAN leer je spreken˝

11 april 2018
Door: MIJNLEUVEN
De Syrische Modar praat over zijn ervaring met OKAN.

Modar Tayara (18) is een stadsjongen. Hij werd geboren in de Syrische stad Homs. Maar enkele jaren na het uitbreken van de burgeroorlog in 2010 verhuisde hij met zijn gezin naar het Syrische platteland. Ook daar werd het leven te onveilig. Het gezin besloot daarom te vluchten. Tegenwoordig woont Modar in Wezemaal. Zijn leven speelt zich af in Leuven, een stad die hij via de OKAN-werking van binnen en buiten heeft leren kennen. Wij ontmoetten hem en luisterden bij een kop warme chocomelk naar zijn verhaal.
Tekst: Bieke Vanbeselaere / Foto’s: Anne Van Meerbeek

˝Mijn vader kwam als eerste naar België. Pas nadien volgende mijn mama, mijn broer en ik. Ik heb ook nog een zus, maar die woont met haar man in Turkije. De route die mijn vader aflegde naar België liep langs Turkije en Griekenland. Samen met heel wat andere vluchtelingen zat hij op een kleine boot, die het onderweg begaf onder het gewicht van de passagiers. Mijn vader zwom toen anderhalf uur om de Griekse kust te bereiken.”

Twee jaar geleden woonde Modar nog in Syrië. Hij herinnert zich nog de eerste tekenen van de burgeroorlog. Hij was elf en ging met zijn vader mee naar betogingen op het stadsplein. Hij ging in het begin nog naar school maar na verloop van tijd lukte dat niet meer. “Alles draaide om veiligheid. De school diende als veilige plek voor gezinnen die door bombardementen hun huis verloren waren. De leerkrachten raadden ons af om nog naar school te komen, en zelf kwamen ze ook niet meer. Voor hij naar België kwam, verkocht mijn vader zijn bedrijf. Hij was kleermaker en eigenaar van twee winkels.”

Ondertussen woont Modar dus zo’n twee jaar in België. Samen met zijn moeder is hij na een uitnodiging van zijn vader met het vliegtuig hierheen gereisd. Zijn broer kwam enkele maanden later ook naar België. “Mijn broer heeft wel geluk gehad, want hij was op dat moment opgeroepen door het leger.” Sinds hij in België woont, is het contact met zijn vroegere buren, vrienden en familie beperkt. “Het internet wordt gecontroleerd door de Syrische overheid, dus we weten eigenlijk nooit hoe het werkelijk met hen gaat. Gewoon omdat we voortdurend op onze woorden moeten letten. Want we willen niet dat dat ze worden gearresteerd.” Het nieuws volgt Modar niet. “Ik heb gemerkt dat het nieuws over Syrië mij vooral boos maakt, terwijl ik optimistisch wil zijn. Ik hoop dat het op een dag terug beter gaat. Als dat zo is, ga ik ervan uit dat ik het via via wel te horen krijg."

Toen ik vier maanden in België was, kwam ik terecht in een OKAN-klas

DE OKAN-KLAS ALS OPSTAP
“Toen ik vier maanden in België was, kwam ik terecht in een OKAN-klas, een klas voor anderstalige nieuwkomers, en ondertussen zit ik in het vijfde jaar winkelbediende in het Redingenhof. Normaal zou ik nu aan de hogeschool studeren, maar door de oorlog en mijn vlucht uit Syrië ben ik vier jaar verloren. Als je uit het buitenland komt, wil je natuurlijk zo veel mogelijk verloren tijd inhalen. Ik denk dat de OKAN-klassen daar een perfecte oplossing voor zijn. Als je meteen in het ‘gewone’ middelbare onderwijs terecht zou komen, zonder eerst Nederlands te leren, wordt een diploma halen wel erg moeilijk.”

BRUNO EN MO
Modar leerde via de OKAN-klas de grammaticaregels maar durfde pas Nederlands spreken dankzij de OKAN-werking van mijnLeuven. “Tijdens een van de eerste dagen van het schooljaar kwamen Mo en Bruno naar het Redingenhof om zichzelf en de manier waarop ze werken voor te stellen. Iedere woensdag, maar ook in de vakanties, organiseerden ze activiteiten waaraan we konden deelnemen. Zo konden we gaan kajakken, voetballen, basketballen of ergens een overnachting doen… Die activiteiten op zich waren heel leuk, maar ik denk dat veel mensen er naartoe kwamen omdat Mo en Bruno zo’n toffe mensen zijn (lacht).”

Naast het leren kennen van nieuwe mensen en vrienden, waren de OKAN-momenten ook momenten die de drempel om Nederlands te spreken verlaagden. “Ik heb dankzij de OKAN-werking ontdekt dat als je zelf geen vragen stelt, niet zelf praat of geen fouten maakt, je geen Nederlands zal leren. Toen we nog niet lang in België waren, ging ik vaak met mijn ouders mee naar bv. het OCMW of de mutualiteit. Het was voor mij gemakkelijker om in het Nederlands te communiceren dan voor mijn ouders, want ik kwam er vaker mee in aanraking. Toch had ik in het begin vaak een paniekerig gevoel wanneer er werd verwacht dat ik de taal sprak. Maar naarmate ik mijn mond meer durfde opendoen, kreeg ik meer vertrouwen in mezelf.”

Ik heb ontdekt dat als je zelf geen vragen stelt, niet praat of geen fouten maakt, je geen Nederlands zal leren

SOCIAAL WERK
De OKAN-werking inspireert Modar. “Vroeger wilde ik kapper worden, maar sinds ik Bruno en Mo ken, wil ik doen wat zij doen: sociaal werk. Ik ben zelf sociaal en kan mensen goed ‘lezen’. Ik heb daarom al gevraagd hoe ik zelf sociaal werk kan studeren en zo ontdekte ik dat Leuven een sociale hogeschool heeft.” Naast school en werken, vult Modar zijn dagen met tafeltennis en voetbal. Tijdens de zomervakantie werkte hij op het speelplein en nam hij deel aan de activiteiten van Den Tube. “Ik heb heel wat plekken en organisaties leren kennen via Bruno en Mo. Ze hebben mij bv. ook een voetbalclub in mijn buurt leren kennen.” Verder hecht Modar veel belang aan sociaal contact. Hij gaat dan ook graag weg met vrienden. “We doen nochtans niets spectaculairs. We chillen wat in Leuven op bv. het Ladeuzeplein of in het Provinciaal Domein in Kessel-Lo.”

HETZELFDE LEVEN IN EEN ANDERE CULTUUR
“Op dit moment kan ik zeggen dat mijn gezin hier nu het leven leidt dat het ook in Syrië leidde, voor de oorlog begon. Mijn vader heeft werk, mijn broer en ik gaan naar school, en het is hier veilig.” Hoewel er veel gelijkenissen zijn met hun vroegere leven, is het toch ook wennen aan het leven en de andere cultuur in België. “Er is een verschil in cultuur en gewoonten. Het schoolsysteem zit bijvoorbeeld anders in elkaar. Mijn Syrische getuigschrift van de tweede graad was gelukkig wel geldig. Daardoor moest ik geen jaren opnieuw doen. Ik heb ook de indruk dat er hier een andere kijk is op relaties dan in Syrië. Ik merk dat mensen verbaasd zijn wanneer ik verliefd word op een Belgisch meisje. Iedereen kan verliefd worden op iedereen, toch? Een relatie lijkt hier iets wat maar moeilijk tussen jou en je lief blijft. Iedereen weet ervan en praat erover. Dat vind ik raar.”

JAAR PER JAAR
“Ik weet niet hoe mijn leven er over tien jaar zal uitzien. Hopelijk heb ik dan de Belgische nationaliteit. Tegelijkertijd hoop ik dat de situatie in Syrië tegen dan ook verbeterd is. Want ik wil toch ook wel graag terugkeren. Maar nu moet ik mij focussen op het leven dat ik hier wil uitbouwen.”

Vroeger wilde ik kapper worden, nu wil ik doen wat Bruno en Mo doen

GESPREK MET EEN EXPERT
Bruno Magnus, OKAN-begeleider bij mijnLeuven

Wanneer is een jongere een OKAN-jongere?
“Een OKAN-jongere is een jongere die om allerlei redenen (migratie, op de vlucht, gezinshereniging, werk van ouders…) in België, en dan meer specifiek Leuven, terechtgekomen is en zo goed als niets weet over onze samenleving. Om zo’n jongere op een goede en leuke manier op te nemen in onze maatschappij gelooft mijnLeuven sterk in de kracht van vrijetijdsparticipatie. Iets waar Mohammed en ik allebei voltijds mee bezig zijn.”

Wat houdt die OKAN-werking dan concreet in?
“Mohammed en ik willen op een schooljaar tijd eigenlijk zoveel mogelijk jongeren in de OKAN-klassen wegwijs maken in het Leuvense vrijetijdsaanbod en hen ernaartoe leiden. Want jongeren die nog maar net in België zijn, komen terecht in een totaal andere cultuur en omgeving. Het is niet evident om dan je eigen weg te vinden. Het doel is dat ze ons na verloop van tijd niet meer nodig hebben om hun vrije tijd in te vullen omdat ze zelf voldoende weten waar ze naartoe kunnen en ook het vertrouwen hebben om zelfstandig stappen te zetten.”

Hoe zorgen jullie daar dan voor?
“Wanneer we merken dat bepaalde jongeren bv. graag voetballen of basketballen, dan gaan we samen met hen naar organisaties die hiermee bezig zijn. Ook proberen we hen nieuwe zaken leren kennen zoals frisbee of parkour. Hiervoor werken we dan samen met de organisaties die dat aanbieden. En we organiseren en begeleiden ook zelf vrijetijdsactiviteiten. De mosterd voor die activiteiten halen we bij de jongeren zelf. We spelen in op de trends binnen de doelgroep. We krijgen hierbij hulp van vrijwilligers en stagiair(e)s.”

Hoe vinden jongeren jullie?
“De jongeren vinden ons niet, wij vinden hen. Door wekelijks school- en klasbezoeken te doen in de drie OKAN-scholen bouwen we aan een vertrouwensband. Zijn ze tussen de 12 en 18 jaar oud en hebben ze zin om mee te doen, dan kan dat.”

Wat als een jongere een vraag heeft die meer individuele aandacht nodig heeft?
“We vetrekken altijd vanuit de groep (grote groepsactiviteiten zoals omnisport, sportinitiaties, uitstappen…), maar het gebeurt wel dat we van daaruit één op één met de jongeren aan de slag gaan. Dan helpen we hen bv. met het zoeken naar vakantiewerk of verwijzen we hen door naar bv. het JAC.”

Kost het geld?
“De meeste activiteiten zijn gratis. Soms vragen we een kleine bijdrage van een euro. Voor grotere uitstappen zoals een kamp soms een iets grotere bijdrage van bijvoorbeeld 15 euro. Kan een jongere dat niet betalen, dan mag hij zo ook mee.”

MEER WETEN OVER DE OKAN-WERKING?
www.mijnleuven.be/okan

11 april 2018
Door: MIJNLEUVEN