Sport

Lopen als denksport

29 januari 2024
Door: MIJNLEUVEN
Sport in de kijker: orientatielopen

Als gewoon gaan joggen nog niet genoeg uitdaging is voor jou, kan je misschien oriëntatielopen eens proberen. Willem (20j) uit Kessel-Lo vertelt ons alles over zijn (soms) extreme sport.

Tekst: Isabela Torres / Foto's: Garbiela Darius

Wat is oriëntatielopen?

“Het is een loopwedstrijd waarbij je mag kiezen hoe je die loopt. Onderweg moet je verschillende punten in de juiste volgorde passeren. Je krijgt bij de start een kaart waar de punten op staan aangeduid. Het vertrek is zoals een tijdrit bij wegwielrennen: iedereen start één voor één. De tijd wordt opgenomen en de snelste wint.”

Lopen jullie ook in teams of is het altijd individueel?

“Je loopt altijd individueel, maar je kan ook in een team zitten, voor een club of voor België. Je moet geen stok geven, maar gewoon de andere persoon aflossen. Het grootste verschil tussen individueel lopen en aflossen is de start. Bij individueel lopen vertrekt iedereen om de beurt. Bij aflossen is het tof omdat iedereen dan tegelijkertijd vertrekt. Dit betekent dan ook dat de eerste die binnenkomt wint. Dan weet je meteen wie er gewonnen heeft, wat leuker is dan zitten afwachten.”

Hoe ben je begonnen met oriëntatielopen?

“Ik ben begonnen via een collega van mijn papa. Ze namen me altijd mee naar wedstrijden, want het is dus heel moeilijk om daaraan te beginnen. Omdat het altijd op een andere plaats is. Mijn club heeft bijvoorbeeld geen vaste locatie. Het is altijd ergens anders in een ander bos, waardoor het wel handig is om een auto te hebben zodat je er kan geraken. In België is het vooral in Limburg en in de Ardennen. Ik ga er ook vaak naar het buitenland voor. Ik loop ook voor het Vlaams team BeArrows als ik word geselecteerd.”

Hoe verloopt zo’n wedstrijd?

“Iedereen kleedt zich om in een sporthal en dan volg je lintjes tot aan de start, dus je weet nooit goed waar je begint. Iedereen krijgt een starttijd, en een timer telt af. Wanneer deze biept mag je je kaart omdraaien en vertrekken. Je kan meteen beginnen lopen, maar het is verstandig om eerst te kijken waar je naartoe moet. Dan moet je zo snel mogelijk het parcours afleggen.”

En hoe ziet een training er uit?

“Je kan er eigenlijk moeilijk voor trainen op een gewone weekdag, omdat je altijd naar het bos moet gaan. Je kan ook niet altijd op dezelfde plaats oefenen, want na een tijdje ken je die van buiten. Daarom trainen we door de week als atletiekers op de atletiekbaan. In het weekend train ik met SLOK, de studenten orienteering club. We gaan (vaak) ergens in een nieuw bos oriënteren. Elke dinsdag doen we een duurloop van ongeveer 14 km. Dat is al 20 jaar de traditie. De duurloop gaat ook in de winter door wat ik wel tof vind. Het is heel gezellig om dezelfde route te lopen op een koude winteravond met je vrienden.”

Hoe lang zijn de wedstrijden?

“De korte zijn meestal 3 of 4 km en gaan vaak door in de stad. Het gaat dan om snelle beslissingen nemen. Ga je links of rechts rond het gebouw? In het bos zijn deze beslissingen minder eenduidig en moet je veel afwegen. Bijvoorbeeld: loop ik één kilometer over de berg, wat moeizamer is, of loop ik 2 kilometer rond de berg, wat misschien langer duurt? De middellange zijn tussen de 5 en 6 km. Deze wedstrijden hebben meer controlepunten waardoor je meer moet kaartlezen en zijn dus technischer. Bij de lange zijn er minder controlepunten maar wel een grotere afstand, rond de 15 km in vogelvlucht. Wat inhoudt dat je eigenlijk 20 km in totaal loopt.”

De extreme oriëntatielopers komen vaak bebloed uit het bos. Je mag ook dwars door de rivieren lopen.
- WIllem

Wat vind je het leukste aan de sport?

“Voor mij is het dat je altijd op nieuwe plaatsen komt. Plaatsen die totaal niet toeristisch zijn en waar je anders normaal dus nooit zou komen. Recent was ik in Roemenië, een heel mooie locatie. Ik ben ook al veel naar Portugal geweest en er is daar echt chique natuur. Het vindt altijd plaats midden in de natuur en met vrienden. Dan sta je op een zondag zomaar in een boerengat met vrienden, wat ik heel tof vind. Ook hou ik van de unieke combinatie tussen fysiek en mentaal. Natuurlijk moet je bij elke sport wel een beetje nadenken, maar bij oriëntatielopen is het echt een belangrijk deel. Je kan maar zo goed zijn als je kan lopen en nadenken. Ze beïnvloeden elkaar ook. Als je moe bent ga je minder goed nadenken, waardoor je slechter kaart leest en een fout maakt. Als je een fout maakt, raak je gefrustreerd en maak je meer fouten.”

Wat vind je minder leuk aan de sport?

“Ik vind het eerder jammer dat Oriëntatielopen weinig wordt ondersteund door Sport Vlaanderen. Het moet allemaal van vrijwilligers komen, waardoor het altijd op dezelfde mensen terechtkomt. België is een klein land in oriëntatielopen, dus vaak zijn we niet extreem goed op de internationale wedstrijden. Het is echt een Scandinavische sport. Finland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Zwitserland zijn echte toplanden. Bij hen is de sport ook echt populair. Het wordt zelfs uitgezonden op tv, wat ik hier niet rap zie gebeuren. Ondanks het feit dat België een klein land is in orientatielopen hebben we een professionele atleet, hij heet Yannick Michiels en is derde geworden op het WK. Wat heel indrukwekkend is.”

Waar zijn mensen altijd verrast door?

“Ten eerste dat het een echte sport is en ten tweede dat het echt extreem is. Oriëntatielopen is een beetje een misleidende naam, mensen denken altijd aan geocache. Een betere framing is de Engelse naam, orienteering. Je moet door regen, sneeuw en modder lopen. Ook blijf je niet op de paden en moet vaak kriskras door het bos. Hierdoor loop je vaak krassen op. De extreme oriëntatielopers komen vaak bebloed uit het bos. Je mag ook dwars door de rivieren lopen. Om een beetje te beschermen moet je een lelijke outift aan met lange sokken en een driekwartsbroek. Er is ook nachtoriëntatie, waar je met een koplamp door het donker loopt. Je ziet dan nog moeilijker en kan je al eens verloren lopen.”

Ben jij al een keer verloren gelopen?

“Natuurlijk! Iedereen loopt al eens verloren, maar het gebeurt vooral als beginner. In Vlaanderen verdwaal je ook niet echt. Je kan altijd een willekeurige richting uitlopen en terug de weg vinden. In het buitenland is dat wat moeilijker. Daar kan je wel stevig verdwalen. Dan komt het weleens voor dat je zit te wachten op een teamlid dat maar niet terugkomt. In het ergste geval gaan er mensen naar op zoek, maar meestal vinden die de weg wel terug.”

29 januari 2024
Door: MIJNLEUVEN

Raf Tubbax

media & storytelling
016 27 27 69