Ijshockey

Een paar takken en een bal, meer hadden de Engelsen niet nodig om in het 19e eeuwse Canada een eerste vorm van ijshockey te bedenken. Vandaag zijn deze twee vervangen door sticks en een puck. Twee attributen waarmee Roosje (14) en Jeffie (15) hun favoriete sport bij de Ice Hockey Club van Leuven (IHCL) beoefenen. Coach Jos Lejeune helpt hen een hoger niveau te bereiken. Met onze handschoenen en sjaal aan, trokken we naar de ijsbaan van Heverlee voor een gesprek.

Hoe lang spelen jullie al ijshockey?

Jeffie: “Ik ben ermee begonnen toen ik vier jaar oud was. Mijn nonkel en neef speelden toen al ijshockey, waardoor ik de sport eigenlijk erg snel leerde kennen. De eerste jaren draaiden vooral om het leren schaatsen. Pas nadien leerden we ook echt technieken om samen te spelen.”

Roosje: “Ik heb twee broers die allebei al bij de club speelden. Toen ik hen bezig zag op het ijs wilde ik niets liever dan meteen meedoen. Zes jaar was 
ik toen ik voor het eerst mee kwam trainen.”
Jos: “Als je echt op topniveau wil spelen, is het verstandig om zo vroeg mogelijk te beginnen. Je kan uiteraard ook starten wanneer je 13 of 14 bent, maar dan zal je waarschijnlijk iets harder moeten werken en dus wat meer uit je pijp moeten komen.”

Krijgen jullie veel reacties als jullie zeggen dat jullie ijshockey spelen?
Jeffie: “Wanneer ik zeg dat ik ijshockey speel, kijken klasgenoten soms wel eens vreemd op. Ze denken dat het een enorm brute sport is, terwijl ijshockey veel meer is dan dat.”
Roosje: “Meestal reageren mensen verbaasd omdat van meisjes niet snel verwacht wordt dat ze een iets ruigere sport doen. Bovendien gaan ze er dan ook meteen van uit dat ik het dan wel minder goed kan dan de jongens in mijn team. Dat vind ik jammer.”

Waarom vinden jullie ijshockey zo leuk?

Roosje: “Een van de dingen die ik super leuk vind, is het feit dat je veel snelheid maakt wanneer je op je schaatsen achter de puck aan gaat. Dat geeft echt een kick.”
Jeffie: “Ik vind het vooral leuk dat ijshockey een contactsport is. Je kan je voor de volle honderd procent geven. Bovendien is het een teamsport. Ik ben niet graag op mezelf aangewezen, en in een team is dat nooit het geval. Je verliest samen en je wint samen.”

Spelen jullie ook wedstrijden?
Jeffie: “Ja hoor. Die wedstrijden gaan meestal door tijdens het weekend. Mijn eerste wedstrijden speelde ik al toen 
ik vijf jaar oud was. Toen ging het er natuurlijk wel wat anders aan toe dan hoe we vandaag op het ijs staan.”

Jos: “We spelen met de club wedstrijden over heel België, gemiddeld zo’n
 1 tot 2 keer per week. Doordat we een vrij grote club zijn, kunnen we naast een competitieteam ook teams volgens leeftijd samenstellen.”

Zouden jullie graag professioneel ijshockeyer worden?

Roosje: “Voor mij is ijshockey als hobby voorlopig voldoende. Het niveau waar ik nu speel, vind ik goed. En meer wedstrijden hoeven ook niet echt voor mij. Misschien dat dit ooit nog verandert hoor, maar voorlopig vind ik het goed zoals het nu is. Vanaf het moment dat ik meerderjarig word, kan ik ook niet meer bij IHCL spelen. De competitie is dan gesplitst. Als ik op dat moment naast mijn studies nog tijd heb om ijshockey te spelen, hoop ik bij een ander team te kunnen aansluiten.”
Jeffie: “Als ik mocht kiezen, werd ik prof. Helaas is dat in België niet evident omdat het niveau hier niet zo hoog ligt als in andere landen. Voor wedstrijden ging ik onder andere al naar Tsjechië, Finland en Slovenië. Daar zijn ze veel beter in ijshockey. Het liefst van al zou ik naar een ijshockeyschool in Canada gaan. Maar zo’n opleiding kost 30.000 euro per jaar. Dat kan ik jammer genoeg niet betalen.”

Je hebt heel wat uitrusting nodig om ijshockey te spelen. Kan je nog bewegen in zo’n pak?
Jeffie: “De pakken die we dragen zijn heel flexibel. Als je speelt, voelt het eigenlijk alsof je niets aan hebt. Veel hangt natuurlijk af van het pak dat je draagt, maar dat kies je volledig zelf aangezien je wel zelf opdraait voor de kost van je uitrusting. Dat is trouwens een behoorlijke investering. Als je goed materiaal wil, betaal je voor een stick bv. al snel 250 euro. Je kan natuurlijk kiezen voor goedkoper materiaal, maar dat verschil in kwaliteit merk je wel.”
Roosje: “Op het ijs merk je inderdaad niet zo veel van je uitrusting. Je bent dan vooral blij dat je bescherming aan hebt!”
Jos: “Schaatsen, handschoenen, schouderstukken, een hockeybroek... De uitrusting die je nodig hebt, is redelijk uitgebreid. Met reden. Want als iemand met een snelheid van 40 km/u op je in ramt, heeft dat een grote impact. Dan is zelfs die uitrusting niet voldoende om de volledige schade op te vangen.”

Moeten jullie naast het ijs ook trainen?

Jeffie: “Ik train een uurtje per week naast het ijs. Dat zijn dan vooral krachtoefeningen. Maar de meeste trainingen gebeuren natuurlijk op het ijs. Zo’n vier uur per week. Normaal gezien is dat maar twee uur, maar omdat ik zowel met mijn eigen leeftijdscategorie U16 als met de hogere groep U19 meespeel, train ik meer.”
Roosje: “De off-ice trainingen vind ik heel zwaar. Ze horen erbij natuurlijk, maar zelf vind ik ze minder leuk.”

Jos: “Je kan eigenlijk nooit te veel trainen. Er zijn dingen die je inderdaad alleen op het ijs kan trainen, zoals schaatsen. Maar de omgang met je stick of het werken aan je conditie kan ook perfect naast het ijs. Hoe beter je in vorm bent, hoe beter je gaat spelen.”

Het gaat er soms behoorlijk ruig aan toe. Gebeuren er wel eens ongelukken?

Jeffie: “IJshockey kan inderdaad bruut zijn, maar dat vind ik er net leuk aan. Het gevolg daarvan is dat je af en toe eens een blessure kan oplopen. Meestal zijn dat geen grootse dingen, maar ik heb wel al eens een rib gebroken.”
Roosje: “Wie de sport niet kent, heeft een veel ruiger beeld dan werkelijk het geval is. Je moet wel tegen een stootje kunnen, maar ijshockey is veel meer dan brute kracht. Ik heb in de acht jaar dat ik ijshockey speel nog nooit een blessure gehad. Soms heb ik wel eens hoofdpijn na een training, maar daar blijft het dan ook bij.”
Jos: “Vooral aan de knieën zien we regelmatig blessures terugkomen. Dat komt dan meestal doordat knieën een groot deel van de impact opvangen. Maar ook daar moet je op trainen. Je moet leren incasseren.”

Ijshockey, hoe werkt dat?

Benodigdheden
• Een ijsbaan (in België meestal kunstmatig en overdekt)
• Een stick voor elke speler

• Een beschermend pak voor elke speler
• Een puck

Opstelling & wedstrijd
• Twee teams van zes spelers (een doelman of goalie, 2 verdedigers, een centrale speler en twee aanvallers)
• Spelers mogen voortdurend wisselen en blijven per shift doorgaans minder dan een minuut op het ijs.
• Wedstrijden verlopen in drie periodes van 20 minuten. Bij elke spelonderbreking wordt de klok stopgezet.
• Het doel: de puck in het doel van de tegenstander schieten. Dat gebeurt soms met een snelheid van 170 km/u (!).

Waar & wanneer
• Ice Hockey Club Leuven (IHCL), Ondernemingsweg 1,
3001 Heverlee

• Tijdens het schooljaar. Van juni tot augustus is er een zomerstop.
• Tijdens de zomervakantie vinden er - in samenwerking met de Leuvense Sportdienst - Tofsport ijshockeykampen plaats.