Cultuur
Jonge doeners

“Het publiek wordt maker, wij worden publiek”

11 april 2018
Door: MIJNLEUVEN
Een groep creatieve koppen maakt experimenteel theater.

Collectief z.a.t., een multigetalenteerd creatiecollectief dat in 2015 het levenslicht zag en bestaat uit een 10-tal jongeren met een creatieve honger. Die honger proberen ze te stillen door uitersten op te zoeken, vertrekkend vanuit experiment. Daarbij gaan ze op zoek naar de plaats van theater binnen de maatschappij. Tijd voor een artistieke babbel met de kern van z.a.t.: Marie Peeters, Julie Van Kerckhoven, Bas Van Hoeck en Julie Behaegel.
Tekst: Ann-Sofie Claes / Foto’s: Anne Van Meerbeek

Wat is collectief z.a.t. precies?
Julie B: “Collectief z.a.t is een platform waarbinnen wij ongedwongen dingen kunnen uitproberen op vlak van performance, beeldende kunst, documentaire.... Het is onze interesse voor kunst en theater, die ons heeft samengebracht. Onze naam - z.a.t– betekent in de eerste plaats ‘zakelijke alliantie theater en andere’, maar verwijst het ook naar ‘het collectief zat zijn’. Dat klinkt misschien heftig maar voor ons is het een verwijzing naar wat we willen bereiken: ruimte voor onszelf creëren zodat we kunnen doen wat we écht willen.”

Hoe zit jullie werking in elkaar?
Marie: “Met de kern zitten we één keer per week rond de tafel om te brainstormen over ons collectief en mogelijke projecten die we op poten willen zetten. Zo verzamelen we heel gemakkelijk en spontaan input om onze ideeën tot stand te brengen en komen de processen die daarbij komen kijken tot leven.”

Hoe is collectief z.a.t eigenlijk ontstaan?
Marie: “Twee jaar geleden nam ik samen met Julie (Behaegel) en Jesse (Debille) deel aan VAART festival. We speelden alle drie in de voorstelling ‘Mag ik aan je haar voelen’. Omdat we toen voelden dat onze geest dezelfde kant uitging en onze blik op kunst en cultuur gelijkaardig was, ontstond het idee om samen iets te doen. Iets wat we zelf in elkaar zouden steken. Die voorstelling tijdens VAART was een standaardvoorstelling. Als in: er was publiek, dat publiek keek naar de voorstelling en wij speelden. Daar wilden we graag van afstappen. Wij wilden dat het publiek het vertrekpunt was, niet gewoon een passieve deelnemer. Zo kwam het idee voor onze eigen voorstelling ‘IKOOK/MAKOOKIS’, waarbij we twee dingen wilden onderzoeken: de kleine ontmoeting (alles van de eerste hallo tot het ontstaan van een diep gesprek) en de co-creatie (als maker willen we evenveel publiek zijn als ons publiek maker).”

Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
Marie: “Voor onze voorstelling, en de input die we daarvoor willen verzamelen, vertrokken we van een vertrouwde omgeving waar iedereen zich goed in voelt. Want mensen elkaar laten ontmoeten in een ruimte waar ze zich ongemakkelijk voelen, is heel wat moeilijker. Daarom speelt alles zich af in een keuken. Een keuken die we zelf maakten met de hulp van Peter Rys. Om de interactie die we via ons keukenopzet willen uitlokken te verzamelen, organiseren we HAPpenings. We nodigen dan een groep van tien mensen uit die elkaar niet kennen en allemaal brengen ze één ingrediënt mee. Aan de start geven we ook nog een soort manifest mee, waarmee ze samen aan de slag kunnen. Tijdens heel het kookgebeuren houden we ons afzijdig, zodat de kokers niet het gevoel hebben dat we iets van hen verwachten. We laten alles aan hen over. Na afloop eten we allemaal samen en praten we na.”
Bas: “We willen het hele kookgebeuren en de interactie die ontstaat graag documenteren. Om zo vast te leggen hoe dingen tot stand komen. Maar ook dat laten we over aan het publiek. Ze bepalen zelf wat en wanneer ze iets opnemen.”

Onze interesse voor kunst bracht ons samen
- Julie Behaegel

Hoeveel voorstellingen zijn er zo al geweest? En hoeveel staat er nog gepland?
Bas: “In 2017 organiseerden we onze eerste HAPpenings. Dat waren er een 3-tal. Maar ook dit jaar hebben we in STELPLAATS al een aantal mini-HAPpenings op poten gezet. En op 29 april en 8 juli staan de volgende gepland. Op basis van die HAPpenings en de daaraan gekoppelde documentatie willen we in het najaar een soort van slotmoment organiseren. We willen iets in elkaar steken dat alles wat samenvat. Wij monteren, maar het publiek maakt. Dat is het speciale aan het project. Het publiek wordt maker, wij worden publiek.”

Wat zijn de sterktes en zwaktes van jullie collectief?
Marie: “We zijn allemaal nog student en hebben nu nog de tijd om gewoon te proberen. Zonder geld te moeten verdienen. Ook komen er door onze verschillende achtergronden en de snijvlakken daarvan veel ideeën tot stand.”
Bas: “Dat brainstormen is echt heel leuk om te doen. Elk zot idee kunnen we uitproberen.”
Julie K: “Naast de positieve aspecten zijn er ook wel een aantal nadelen. Zo zijn we alle vier erg drukbezet. Waardoor het soms moeilijk is om volop met ons project bezig te kunnen zijn. Nu we op een vast tijdstip samenkomen, lukt het plannen gelukkig wel al beter.”
Marie: “En dan te denken dat we in totaal met een tiental koppen zijn! De agenda’s van zoveel drukbezette personen samenleggen, bleek al snel iets te utopisch. Daarom dat we werken met een kern. Kwestie van alles wat behapbaar te maken en vooruit te laten gaan. De grootte van ons collectief is een van de moeilijkere aspecten binnen onze groep.”

Waar vinden jullie ruimte voor jullie project?
Julie B: “Onze vergaderingen gebeuren in een ruimte in de Vaartstraat. En onze zelfgemaakte keuken verplaatsten we op 1 november naar de Oude Stelplaatsen van De Lijn. Sindsdien zitten we een beetje onder het dak van mijnLeuven.”
Julie K: “Die verhuis kwam er omdat we van 1 tot 3 november op Fabrik die Oude Stelplaatsen met onze keuken, en dus onze HAPpenings, mochten inwijden. En ook tijdens de opening van STELPLAATS, op 3 maart, konden mensen dan deelnemen aan ons project. Sindsdien staat onze keuken er permanent en stellen we hem open voor wie hem wil gebruiken.”

11 april 2018
Door: MIJNLEUVEN