Iedereen heeft ondertussen wel van ChatGPT gehoord, maar wat is het nu precies en wat zal de invloed zijn op scholen binnen en buiten Leuven?
Tekst: Arne Comhaire / Foto's: Arne Comhaire via AI
ChatGPT, kort voor Chat Generative Pre-trained Transformer, is een Computerprogramma dat gebruik maakt van artificiële intelligentie om teksten te schrijven aan de hand van een commando van een mens. Het is ontwikkeld door het bedrijf OpenAI, wat ook aan andere met AI gerelateerde projecten werkt. Zoals je uit de naam kan afleiden, is het op voorhand getraind, dit word gedaan aan de hand van ‘Machine Learning’ en onder andere gefinetuned door menselijke supervisie. Het kan ook naar alles op het internet zoeken om daarmee zijn teksten beter te maken. Nog steeds gebruikt OpenAI ChatGPT en zijn gebruikers om de Chatbot te verbeteren, doordat de gebruikers een antwoord kunnen goedkeuren of afkeuren en daarbij ook advies geven. Het kijkt naar het woord dat het krijgt en voorspelt dan het dichtstbijzijnde woord daarbij (een beetje zoals autocorrect op je gsm), als je bijvoorbeeld koning zegt, voorspelt ChatGPT Filip (koning der Belgen).
ChatGPT in de praktijk
Hier is een voorbeeld van een gesprek met chatGPT
Schrijver: “Leg uit wat jij bent in het Nederlands.”
ChatGPT: “Ik ben ChatGPT, een groot taalmodel dat is getraind door OpenAI. Ik ben ontworpen om te communiceren met mensen en antwoorden te geven op hun vragen en verzoeken in verschillende talen, waaronder het Nederlands. Mijn doel is om nuttige informatie en ondersteuning te bieden aan iedereen die met mij communiceert.”
Het programma kan vanalles doen zoals onder andere menselijke sms’en nadoen, computercode schrijven, muziek componeren, Tv-shows en films schrijven, maar vooral essays schrijven en dat is voor de meeste jongeren die nog op school zitten vrij interessant, maar langs de andere kant is het misschien juist oninteressant voor leerkrachten en scholen.
Als je het slim hanteert om je lessen boeiender te maken, om leerlingen die het moeilijker hebben met taal, denk ik dat het een stap vooruit is.- Mich De Winter leerlingendirecteur SALCO
De bot kan door studenten niet alleen worden gebruikt om teksten te schrijven, maar ook om vragen over teksten te beantwoorden en samenvattingen van lange teksten te maken. Omdat het nu nog maar in de vroege stadia zit, komen deze teksten niet altijd natuurlijk over, toch kan een student met weinig moeite een tekst gemaakt door de bot simpel aanpassen om het er beter te laten uitzien.
Anderzijds kan het ook leerkrachten helpen om sneller toetsen en teksten te verbeteren. Het kan ook dienen als een studiehulp voor beide leerkrachten en leerlingen. In het Engels kan ChatGPT zelfs helpen om zijn eigen teksten te herkennen, om te voorkomen dat leerlingen valsspelen via de AI, al bestaan deze nog niet in het Nederlands.
Sommige leerkrachten denken dat we best zo snel mogelijk leren werken met ChatGPT, zo zegt ICT-leraar Robbe Wulgaert in het onderwijsmagazine Klasse: “ Teruggrijpen naar pen of papier of verbieden die ChatGPT? Dat gevecht kan je niet winnen.” Hij deed zelf onderzoek naar hoe handig het programma is en hoe moeilijk het is om te spotten: de leerkracht deelde zijn leerlingen op in drie groepen, waarvan één groep geen hulp mochten krijgen van de bot, een andere groep die alleen het programma mochten gebruiken, en een laatste groep die een mengeling van Chat GPT en hun eigen capaciteiten konden gebruiken. Wulgaert kon succesvol iedere leerling van de twee eerste groepen uit elkaar halen, maar bij de gemixte groep werd het hem te moeilijk en dacht hij bij 1 leerling dat de tekst volledig menselijk was, wat dus niet zo was. Hij kon aan de hand van onnatuurlijke zinsbouw en buitenmenselijke kennis van zijn middelbare school studenten de computerteksten van de menselijke afscheiden.
ChatGPT op school
Om erachter te komen hoe ChatGPT zich in Leuvense scholen zal integreren heeft MijnLeuven de directeur leerlingen van het Sint-Albertuscollege (Mich De Winter) in haasrode geïnterviewd:
Hoe zal het Sint-Albertuscollege omgaan met de opkomst van AI?
Mich De Winter: “Ik moet eerst zeggen dat we daar nog geen beleid rond hebben, want dat komt op een razendsnel tempo af. Bij taalvakken zie je op dit moment dat leerkrachten merken dat schrijftaken niet zelfgemaakt worden enzovoort, dus we gaan daar de komende maanden en het komende schooljaar ook echt op werken, hoe gaan we dat implementeren, want het is wel duidelijk dat je dat niet kan tegenhouden. Dus we gaan dat ergens een plaats moeten geven in ons onderwijs, niet alleen in taalvakken, maar ook in andere vakken.
Ik denk wel dat er een aantal voordelen aan zijn, je kan jongeren ermee leren werken. Het kan helpen rond zinsbouw, rond grammatica, dat kan allemaal. Maar natuurlijk, het zelf schijven en argumenteren blijft belangrijk. De chatfunctie kan dat, maar het menselijk aspect in onderwijs blijft belangrijk. Bijvoorbeeld bij talen zoals Frans, Engels, Latijn, dat is net de rijkdom van het taalonderwijs dat je leert redeneren, dat je zinnen kan vormen, dat je woordenschat kan hanteren. Dat kan ChatGPT wel, maar het één sluit het ander niet uit, vind ik.
Niet alleen in het onderwijs, maar zoals Gert Verhulst heeft gezegd: bijna alle liedjes tegenwoordig van studio honderd tegenwoordig worden gemaakt met zulke functies. We gaan niet kunnen zeggen: we doen er niks mee, want je gaat het toch niet kunnen tegenhouden, je gaat het slim moeten omarmen.
Neem bijvoorbeeld het zakrekenmachine, lang geleden was dat ook iets nieuw, iets innovatief. Een zakrekenmachine voor alle leerlingen, dan gaan ze niet meer kunnen rekenen. Dan is gebleken dat dat niet zo is. Maar dat is net zoals ChatGPT een hulpmiddel en als je dat slim inschakelt lijkt mij dat wel een sterke hulp. Wij moeten leerlingen voorbereiden op de 21ste eeuw en verder, en dit gaat daar een onderdeel van zijn.
Dus het kan een basis of een hulpmiddel zijn, maar het gaat de leerling nooit vervangen.”
Denk je dat de leerlingen er misbruik van gaan maken?
Mich De Winter: “Misbruik gaat er ongetwijfeld zijn. De vraag die je je moet stellen zal er door dit meer misbruik komen dan dat er nu al was? Hoe werd dat vroeger gedaan: plagiaat, je ouders die hielpen, Wikipedia passages kopiëren.
Daarom vind ik het juist belangrijk dat je dat niet buitensluit uit je lessen, dat je het juist mee integreert. Je moet het niet als iets vuil bekijken, je moet het juist omarmen. Door daar juist met je leerlingen rond te werken denk ik zelfs dat je die misbruik kan uitsluiten.”
Hoe zal het invloed hebben op de lessen?
Mich De Winter: “Als je het slim hanteert om je lessen boeiender te maken, om leerlingen die het moeilijker hebben met taal, denk ik dat het een stap vooruit is. Als je het er niet bij laat om de computer de tekst te laten schrijven, dat is de eerste stap, dat is maar een basis, daarna moet je zelf aan de slag met de tekst. Dat vindt ik net niet erg, dat je bezig bent met die taal.
Bijvoorbeeld toen ik jaren geleden ben afgestudeerd van het secundair in 1998, toen was internet nog opkomende. Wij gebruikten woordenboeken, handboeken, etc. en ik heb daar wel van geleerd, want het is het verwerken dat belangrijk is. Niet het gewoon klakkeloos overschrijven of het de computer het laten maken, dat heeft geen meerwaarde.”
Denk je dat het de leerkrachten het zullen gebruiken in hun lessen?
Mich De Winter: “Daar is het denk ik nog iets te vroeg voor om daar iets over te kunnen zeggen, geef het enkele maanden, want het gaat razendsnel, en dan zie ik het wel in lessen ingevoerd worden. Ik denk zelfs dat het heel goed zal zijn.”
Zullen er bijvoorbeeld minimumvoorwaarden moeten gemaakt worden voor leerlingen om het te gebruiken?
Mich De Winter: “Dat denk ik wel, maar dat is omdat ik historicus ben, daarom vind ik bronvermelding heel belangrijk, anders blijft het plagiaat, dan is dat nog altijd iets dat niet van jou is. Ik vind wel dat op termijn, want daar zijn we nog niet, ook niet hier op school, dat je wel duidelijk aangeeft: dit komt hieruit, dit heb ik herwerkt, dat heb ik herschikt, dit en dat… dan denk ik dat het leerproces van de leerling daar wel bij vaart.
De leerlingen zullen het niet zomaar gratuit mogen gebruiken. Net zoals bij de gsm’s (de regels daarrond op het Sint-Albertus college zijn streng) en de laptops zal er een duidelijk kader moeten zijn. Dat is eerlijk.”
Zal er extra les worden gespendeerd aan AI, bij bijvoorbeeld informatica?
Mich De Winter: “Dat zullen we moeten doen, bij informatica, maar misschien ook bij taalvakken. Het belangrijkste is dat we leerlingen willen afleveren die klaar zijn voor hun leven, en dit hoort daar nu eenmaal bij, dus we kunnen dat niet zomaar afschermen.
Maar er gaat een combinatie moeten komen. Er is niets mis met klassiek onderwijs, aangevuld met deze technologie zou het nog beter zijn.
We staan er niet negatief tegenover, we willen het wel als hulpmiddel inzetten, maar dan wel verstandig.”