Samenleving

Arthur over zijn ongezonde relatie met eten

9 februari 2021
Door: MIJNLEUVEN
Arthur Vansteenkiste is 19 jaar, studeert voor burgerlijk ingenieur en is gepassioneerd door sport. Lopen, zwemmen, triatlon, noem maar op: Arthur doet het met hart en ziel. Maar die passie heeft voor Arthur ook een donkere kant.

Hij worstelt al jaren met een eetstoornis, anorexia. Zijn leven werd een lange tijd gecontroleerd door zijn eetstoornis, maar meer en meer neemt hij zelf de controle terug. 

Tekst: Sam Coremans / Foto’s: Artem Knyazev


“Sporten is al sinds ik nog maar een kind was aan een groot deel van mijn leven. Van zodra ik oud genoeg was, ging ik zwemmen met mijn broer. Dat moest ook van onze ouders, als algemene vorming. In het begin was dat een sleur, maar uiteindelijk is zwemmen en sport in het algemeen eigenlijk een echte passie geworden. Toen we nog in Dubai woonden, organiseerde onze school een loopwedstrijd waarvoor de snelste lopers uit verschillende klassen werden geselecteerd. Hoewel ik eigenlijk nog nooit getraind had, werd ik gekozen. Toen we naar België verhuisden sloot ik mij aan bij een atletiekclub. Als beginnend atleet begin je bij de oriëntatiegroep, om te zien wat je graag doet en te proeven van andere disciplines. In die eerste maanden liep ik goede resultaten. Ik werd snel opgepikt en liep mee met de disciplinegroep. Lange afstanden lopen, ploeteren en op karakter doorzetten: dat is mijn stijl.”

“Het Belgisch Kampioenschap is zowat een waardemeter voor je niveau. In mijn tweede seizoen werd ik 11de, vlak achter een clubgenoot die al veel langer discipline trainde. Het seizoen erna behaalde ik consistent een plaats in de top 5, meestal zelfs het podium. Dat gaf me toen een heel goed gevoel, maar achteraf bekeken denk ik dat mijn vroege succes ergens het begin was van mijn probleem.”

Neerwaartse spiraal 

“Quasi elk weekend vond er een veldloop plaats en ik wilde die altijd lopen. Alles geven om vervolgens te eindigen op het podium gaf echt een kick en ik begon mezelf te pushen om altijd datzelfde niveau te halen. Ik pushte mezelf enorm hard in training en om mijn resultaten nog meer te verbeteren begon ik met sportvoeding. Koffiekoeken voor de cross werden havermoutpannenkoeken. Die focus op voeding was vanzelfsprekend voor mij: havermoutpannenkoeken waren misschien minder lekker, ze hielpen mij tijdens het lopen. Mettertijd at ik voor de cross helemaal niets meer, om net erna dan grotere porties te eten. Die grote porties liet ik na verloop van tijd geregeld eens vallen. De dagen voor de cross, en soms zelfs die hele week, at ik veel minder. Ik zat op dat moment in een neerwaartse spiraal en voor ik het goed en wel besefte, was ik ondervoed. Dat zorgde er dan weer voor dat ik minder goed trainde. Ik liep trager en werd sneller ziek. Als perfectionist kon ik daar niet mee om. En mijn oplossing voor dat probleem? Nog minder eten dan ik al deed.”

“Ik heb mijn eetstoornis lang verborgen kunnen houden voor iedereen. Dat klinkt moeilijk, maar een eetstoornis is een venijnig beestje. Ik zorgde er bijvoorbeeld voor dat ik thuis de brooddozen klaarmaakte. Ik gaf mezelf veel minder grote porties en soms zelfs niets. Mijn ontbijt was altijd al een koffietas met rode vruchten, havermout, cruesli en melk. Voor een buitenstaander lijkt dat een gebalanceerd ontbijt, maar ik koos steeds vaker voor meer rode vruchten en minder cruesli en havermout. Tot het moment dat ik eigenlijk amper nog iets at.”

“Als ik daar met wat gezond verstand op terugkijk, weet ik dat die gewoontes compleet verdraaid waren. Maar het feit is dat als je ondervoed bent, je lichaam er alles aan doet om de vitale functies in leven te houden. Er is op dat moment geen ruimte meer voor het mentale aspect. Ik kon mij amper concentreren, vloog snel uit en in het algemeen werd alles eentonig voor mij. Voortdurend honger hebben, was het nieuwe normaal. Het idee van meer te eten was zelfs beangstigend geworden. Tijdens een maaltijd worstelde ik de hele tijd met negatieve gedachten en zelfkritiek. Ergens wist ik wel dat ik slecht bezig was, maar toch gaf die constante discipline me een goed gevoel.”

Eenzaamheid 

“Bij het ontwikkelen van een eetstoornis spelen meestal ook andere oorzaken mee. Ik worstelde heel erg met eenzaamheid. Als kind heb ik op veel plekken gewoond: Dubai, Los Angeles, Miami… Bij elke verhuis maakte ik snel vrienden, maar in België vond ik geen klik met mijn omgeving. Sporten werd het enige waar ik me echt kon amuseren. Na een slechte week ging ik lopen en door goede resultaten te halen voelde ik mij weer beter. Ik koppelde onbewust mijn zelfwaarde aan mijn resultaten. Wanneer die resultaten dan slecht waren, zat ik volledig in de knoop met mezelf. Ik stopte toen ook met eten omdat ik wilde verdwijnen.”

“Tijdens een vakantie in Frankrijk merkten mijn ouders op dat mijn eetpatroon niet helemaal klopte. Tijdens het bodyboarden bleef ik langer in het water om meer te kunnen verbranden. En nadien at ik amper iets. Ze hebben me tijdens die vakantie geconfronteerd en op de man af gevraagd of ik een eetstoornis had. Eerst ontkende ik alles. Ik geloofde zelf ook echt niet dat ik een probleem had. Na wat research begon alles duidelijker en duidelijker te worden. Ik las over atleten met mijn profiel en exact hetzelfde gedrag. Er zijn online checklists waarmee je kan nagaan of je aan een eetstoornis lijdt. Voor mij was dat heel simpel: check, check, check.”

Vreetbuien 

“De eerste stap om mijn eetstoornis te verhelpen, was duidelijk: ik moest stoppen met trainen. Je zou denken dat dat een zware klap voor mij was, want sport was mijn passie. Maar op dat moment twijfelde ik geen seconde. Ik vond geen plezier meer in sport. Ik ging vanaf toen naar een diëtiste. Om terug te werken aan een gezond gewicht. In de eerste fase moest ik mij houden aan heel strikte eetschema’s. Veel ruimte voor intuïtie was er niet, want die zat helemaal fout.”

“Het klinkt misschien raar, maar eenmaal ik wist dat ik anorexia had ging het eerst veel slechter met mij. Door die schema’s te volgen, at ik in mijn ogen veel te veel. Ik voelde mij daar zo slecht bij dat ik een complete je m’en fou mentaliteit kreeg en compleet de andere kant opging. Ik bleef eten tot ik fysiek niet meer kon. Zoiets heet een vreetbui. Vreetbuien komen ook vaak kijken bij anorexia: je cijfert jezelf compleet weg en gooit op zo’n moment alle verantwoordelijkheid aan de kant. Als ik wist dat er controles van de diëtist zaten aan te komen, probeerde ik altijd te compenseren om toch op mijn doelgewicht te raken. Omdat ik niemand wilde teleurstellen. Na zo’n vreetbui moet je eigenlijk meteen een normaal eetpatroon proberen te hervatten. Anders sla je weer maaltijden over door het schuldgevoel over dat je zoveel hebt gegeten. Wat er dan weer voor zorgt dat je in een vreetbui belandt. Het is heel moeilijk om uit die patronen te raken.”



Ups-and-downs 

“Ondertussen krijg ik al drie jaar psychologische begeleiding en momenteel gaat het goed met mij. Maar een herstelproces komt natuurlijk met ups en downs. Het afgelopen jaar had ik veel meer last van vreetbuien dan uithongeren. Die worden bijvoorbeeld uitgelokt door stress of tegenslagen. De voorbije drie jaar heb ik vaak het gevoel gehad dat het ging goed, om vervolgens te hervallen. Maar sinds afgelopen zomer heb ik écht het gevoel dat ik eruit aan het geraken ben. Deze keer voor de laatste keer.”

“Voor mij draait nu alles rond balans. Eten is niet meer zwart-wit voor mij, niet alles of niets. Als ik ergens zin in heb, moet ik mezelf dat durven gunnen. Gezond en ongezond, het kan allemaal. Maar met limieten. Ik heb veel technieken en ben mij meer bewust van gevaarlijke momenten. Ik heb mezelf ook wat lange termijndoelen gezet om naartoe te werken. Ook op sportief vlak heb ik weer wat ambitieuze doelen.”

“Ik hoop met mijn verhaal jongeren in dezelfde situatie te kunnen bereiken. Het klinkt misschien wat cliché, maar je moet er echt over praten. Vaak besef je wel dat je relatie met eten niet gezond is, maar is het te moeilijk om uit te spreken. Houd het niet verborgen. Praat erover. Als je het gevoel hebt dat dat niet kan met je ouders, praat dan met je vrienden. Of hulporganisaties zoals het JAC. Met de juiste begeleiding komt het allemaal in orde.”



9 februari 2021
Door: MIJNLEUVEN

Alex Van den Bosch

communicatie
0479 69 95 34