
"Karate aggressief? Blauwe plekken zijn de enige blessures die je hier oploopt!"
“Karate is een van de weinige sporten die je heel je leven
kan beoefenen”, zo introduceerde Gichin Funakoshi in 1923
karate in Japan. Karate ontstond, met dank aan Gichin
en zijn zoon Gigo, uit een combinatie van eeuwenoude
gevechtstechnieken uit Okinawa en Chinese vechtskunst.
De uitspraak van Funakoshi wordt ook bevestigd door de
karateclub Haragei, in Heverlee. Olivia (16), Jasper (17),
Cedric (28) en Bram (40) legden ons samen met hun
‘sensei’ Patrick (57) uit waar deze sport nu juist voor staat. Tekst: Johanna Goris / Foto: Bram Van Roy
Hoe zijn jullie er op
gekomen om karate te
gaan doen?
Olivia: “Ik heb heel
lang gedanst, maar ik
had op een gegeven
moment nood aan iets nieuws,
iets met meer actie. Zo ben ik ongeveer een jaar geleden via een vriendin bij deze club
terecht gekomen.”
Jasper: “Ik ben hier ook terechtgekomen via een vriend van
mijn klas. Ik was eens komen
meedoen en ik was meteen
verkocht.”
(Patrick komt erbij zitten)
En op welke manier bent u voor het
eerst in aanraking gekomen met
karate?
Bram: “Pas op, dat is wel de
sensei he!” (iedereen lacht)
Patrick: “Awel, ik zal je de
waarheid vertellen. Er was een
heel mooi meisje in Herent. Via via kreeg ik te horen dat ze
ofwel majorrette in de fanfare
was, ofwel aan judo deed. Ik
speelde muziek, maar besloot
toch ook judo te gaan doen. Ik was wel maar een tenger
mannetje en tussen al die ‘orang-oetans’ voelde ik mij een
beetje geïntimideerd, maar ik
bleef doorzetten. Tijdens mijn
legerdienst was er iemand die
elke donderdag stilletjes ‘ribbedebie’ ging om aan karate te
doen. Ik vond dat zo intrigerend
dat ik zelf in Genk in de karate
verzeild ben geraakt. Maar het
begon dus eigenlijk allemaal
door een meisje.”
Karate moet je doen omdat je het graag doet, niet om voorbereid te zijn wanneer iemand je zou kunnen aanvallen.- Patrick
Hoe zijn de reacties wanneer jullie
zeggen dat jullie aan karate doen?
Cedric: “Als ik dat zeg, dan
lopen ze weg.” (lacht)
Bram: “Op mijn werk is iedereen
wel geïnteresseerd en vragen
ze soms eens welke gordel ik
heb. Misschien komt dat ook
doordat er op mijn bureaublad
een foto staat van de karate.”
Jasper: “Ja, bij mij op school
vragen ze ook welke band ik
heb. Soms vragen ze zelfs of ik
wat kunstjes kan.”
Olivia: “Bij mij zijn de reactis
meestal verbaasd.” (lacht)
En hoe reageerden julllie ouders wanneer jullie vertelden dat jullie
karate wilden doen?
Bram: “Toen ik drie jaar geleden
hier begon, wisten mijn ouders
dat niet direct. Ik stuurde dan
eens een sms naar mijn mama
om te zeggen dat ik even niet
kon bellen, omdat ik naar de
karateles ging, maar zij had
“karakterles” gelezen. Dat vond
zij wel geweldig. (lacht) Mijn pa
vond het toch eerder gewelddadig.”
Cedric: “Ik wilde al beginnnen
met karate toen ik in het het
eerste middelbaar zat omdat
een goede vriend van me ook
karate deed. Aanvankelijk
mocht ik niet van mijn ouders.
Zij vonden ook dat het er aggressief uitzag. Even later mocht
het gelukkig wel.”
Jasper: “Ik heb mijn ouders niet
moeten overtuigen, zij waren
meteen enthousiast.”
Olivia: “Bij mij waren de meningen eerder verdeeld. Mijn vader
vond het een leuk idee, maar
mijn mama vond het ook te
gewelddadig...”
Patrick: “Ik denk dat dat een van de grootste misverstanden
is over karate. De media stelt
het ook vaak aggressief voor.
Uitspraken als ‘De voetballer gaf een karatetrap’. (iedereen
lacht) Ja, sorry, maar doe diezelfde ‘karatetrap’ tijdens een wedstrijd karate en je mag meteen je spullen pakken. Er zijn
heel strenge regels. Karate is
gebaseerd op ethische codes.
We groeten elkaar en hebben
respect voor elkaar. Die regels
gelden niet alleen op papier,
we oefenen ze ook uit in de
praktijk. Wat veel mensen niet
weten is dat de algemene ethische afspraken van de meeste
sportfederaties gebaseerd zijn
op die van de karate. Zeker
naar ouders toe zijn daar dus
enorme misvattingen over.”
Hebben jullie soms blessures?
Bram: “Neen, totaal niet! Ik
denk dat er bij judo en voetbal
veel meer sprake is van blessures! Je voorarmen zien in het begin misschien wat geel
of blauw, maar dat went heel
snel.”
Cedric: Ja, blauwe plekken
komen het meeste voor.”
Karate aggressief? Blauwe plekken zijn de enige blessures die je hier oploopt!- Cedric
Heeft deze hobby jullie veranderd?
Patrick: “De belangrijkste les is
dat je karate moet doen omdat
je het graag doet, niet om voorbereid te zijn wanneer iemand
je zou kunnen aanvallen. In het dagelijks leven ga je wel
gemakkelijker dingen analyseren en stap per stap bekijken.
Je leert rustig te blijven op
momenten waar mensen vaak
het noorden kwijt raken. Het is ook niet de bedoeling om
wereldkampioen te worden
hier. Wedstrijden bestaan wel,
maar die dienen vooral als een hulpmiddel om je niveau in te
schatten.
Olivia: “Ik ben vooral zelfzekerder geworden. Ik ben minder
bang om fouten te maken en
om voor de klas presentaties te
houden.”
Jasper: “Ik denk dat ik gewoon
steviger in mijn schoenen sta
nu.”
Bram: “Ik ben ook wat rechter
gaan lopen, dat klinkt misschien raar, maar je straalt iets
uit.”
Patrick: “Ja, dat is waar. Je bent je bewuster van je
omgeving en je ziet meer. Je
voelt aan wanneer er iets niet
klopt en dat besef ga je ook
uitstralen. ‘Haragei’, de naam
van onze club, betekent in het
Japans ook buikgevoel.”
Is die Japanse taal dan geen
struikelblok?
Cedric: “Neen helmaal niet. Je
begint in het Nederlands en je
leert al doende.”
Patrick: “De Japanse taal zorgt
ook voor een gemeenschappelijke internationale noemer. Zo
kunnen wij trainen met scholen
over heel de wereld, zonder in
de problemen te komen. Dat
trekt volgens mij ook heel veel
mensen aan.”
Bedankt: Olivia Vanmalleghem, Jasper Poels, Bram Decroos, Cedric Liekens en Patrick Bosmans