Jonge doeners

Joren De Cooman vliegt als circusartiest door het leven

8 april 2015
Door: MIJNLEUVEN | Foto's: MIJNLEUVEN
Jeroen reist de wereld rond als circusartiest.

Een leven in de lucht, zo kan je de loopbaan van de Leuvense circusartiest Joren De Cooman misschien nog het best omschrijven. Joren (28) heeft als circusartiest al de halve wereldbol gezien en van ophouden weet hij nog lang niet. Zijn specialiteit? Een wipplank waarmee hij acht meter in de lucht allerlei trucs doet. Zijn acts hebben – hoe kan het ook anders – een groot WAUW gehalte.

Door de straffe verhalen van mijn broer wilde ik in het circus
- Joren

Wanneer werd je gebeten door de circusmicrobe?
“Zo’n 20 jaar geleden, toen ik deelnam een circuskamp van Circus in Beweging, de Leuvense circusschool. Tijdens dat kamp kreeg ik de smaak voor circus zo hard te pakken dat besloot ik mij in te schrijven bij Cirkus in Beweging. De school lag heel toevallig ook naast mijn basisschool, dus al snel was de helft van mijn klas bezig met circus.”

“Als kind deed ik ongeveer een keer per week aan circus, als hobby dan. Maar toen ik tien werd, sloot ik mij aan bij ‘Kronkel’, een productiegroep die meer de focus legde op voorstellingen maken en op een podium staan. Toen ben ik steeds vaker en intensiever beginnen trainen. Het gevolg was dan ook dat ik op mijn zestiende vijf dagen op zeven in de circusschool te vinden was. Ik volgde ongeveer alle lessen die je maar kon doen en daarbuiten turnde ik ook om nog beter en krachtiger te worden. Nu – als professioneel artiest – ben ik er meer dan voltijds mee bezig.”

Hoe reageerde je omgeving op je keuze om in circus verder te gaan?
“Ik was niet de enige binnen de familie die besloot om circusartiest te worden. Mijn oudere broer was de eerste die verder ging in circus. Hij studeerde aan de Ecole Supérieure des Arts du Cirque (ESAC) en inspireerde mij hetzelfde te doen. Het is door zijn straffe verhalen dat ik wist dat ik dat ook wilde. Onze ouders hebben ons daar voor de volle 100 procent in gesteund. Meer dan bijvoorbeeld de leerkrachten op de middelbare school, die vonden dat ik misschien beter een ‘echte studie’ koos.”

Na de middelbare school besloot je zelf auditie te doen voor de ESAC. Hoe ging dat in zijn werk?
“Zo’n auditie bestaat uit verschillende onderdelen. Eerst en vooral moet je een dossier indienen, waarin je jezelf voorstelt, je laat zien hoe gemotiveerd je bent en je toont wat je kan. Op basis van alle inzendingen maken ze dan een selectie. Ben je bij de geselecteerden, dan moet je een week lang testen doen. Je wordt zowel op fysiek vlak als op theater- of dansvlak getest en moet ook een eigen nummer brengen. Toen ik auditie deed waren in totaal een honderdtal kandidaten geselecteerd. Na een week vol testen werden ongeveer dertig studenten uitgekozen die goed genoeg waren. Van deze dertig bleven er uiteindelijk zo’n vijftien over. Ik heb in totaal twee keer auditie gedaan. De eerste keer was ik er niet door, wat ervoor gezorgd heeft dat ik een jaar lang ongelooflijk hard heb getraind. Ik wilde mijn kansen zoveel mogelijk vergroten.”

“Toen ik uiteindelijk mocht beginnen aan het ESAC, waren er eigenlijk bijna alleen maar buitenlandse studenten te bespeuren. Dat komt om de kloof tussen recreatief en professioneel circus in andere landen veel minder groot is dan in België. Er zijn veel betere voorbereidende scholen, wat zorgt voor sterkere artiesten. Toch zijn we in België aan een inhaalmanoeuvre bezig. Zo heb je in Leuven ondertussen bijvoorbeeld de mogelijkheid om circus te studeren in het middelbaar (aan het Redingenhof).

Als we optraden op een veld vol modder, mocht er op onze caravans geen spatje te zien zijn
- Joren

Hoe komt het dat ESAC zo populair is bij studenten?
“Er zijn in Europa maar een vijftal professionele circusscholen, dus de plaatsen binnen die scholen zijn zeer gegeerd. Voor mij was die opleiding vooral een soort onderzoek en ontwikkeling binnen verschillende disciplines. Normaal gezien studeer je af in de richting waarvoor je auditie doet, maar ik ben uitzonderlijk veranderd en ben uiteindelijk afgestudeerd in bascule. Dat is een soort wipplank waarbij je in de lucht allerlei trucs zoals salto’s doet. Je wordt door een partner aan de andere kant van de wip in de lucht gelanceerd en vliegt dan zo’n acht meter omhoog.”

Wat deed je na je opleiding?
“Net voor ik afstudeerde, reisde ik een week rond in Italië en maakte ik een circusfestival mee. Zo’n circusfestival kan je vergelijken met de Oscaruitreikingen, maar de prijzen die worden uitgereikt zijn dan voor artiesten en shows binnen het circuswereldje. Ik vond het zeer interessant om mee te maken, zeker ook omdat zo’n festival de maatstaf is voor circusnummers. Na mijn rondreis greep ik ook nog de kans om anderhalve maand in Madrid te studeren. Op het einde van die periode maakte ik als afstudeerproject een eigen nummer dat ik tijdens de eindvoorstellingen voor publiek bracht. In dat publiek zitten altijd veel ‘verkenners’ die talent komen spotten, waardoor je veel contacten legt.”

Contacten die je een job opleverden?
“Inderdaad. Dankzij de contacten die ik toen gelegd heb, ben ik terecht gekomen bij Circus Monti in Zwitserland. Een gezelschap waarmee ik tien maanden lang heb rondgetrokken. Circus Monti is nog een ‘echt’ circus, waar je met caravans en tenten rondtrekt. Maar de voorstellingen zijn wel hedendaags. Wat heel opvallend was, was de reputatie van de Zwitserse circussen. In België hebben rondreizende circusgezelschappen nogal een marginaal imago. Maar in Zwitserland is dat helemaal anders. Ze proberen hun goede reputatie dan ook echt te handhaven. Als we moesten optreden op een veld vol modder, mocht er op onze caravans bijvoorbeeld geen spatje te zien zijn. Alle voertuigen moesten ook op één rechte lijn staan. We waren soms een half uur zoet met het juist zetten van onze caravans.”

“Na tien maanden Circus Monti ben ik dan bij Cirque Du Soleil terecht gekomen, waar ik meewerkte aan de zomerevenementen. In Madrid moest ik ook eens een nummer vervangen tijdens één van hun shows. De zaal was te vergelijken met het sportpaleis, en toch paste mijn opvoering niet in de zaal. We hebben dan een maand meegedraaid op het hoofdkantoor in Montréal. Die ervaring was echt surreëel, de eerste indruk enorm imposant. Je kan je niet inbeelden hoe groot de ‘machine’ achter Cirque Du Soleil is en hoe klein je schakel als artiest is tijdens zo’n voorstelling. Die ervaring heeft mij eigenlijk gemotiveerd om meer mijn eigen ding te doen. De creatieve vrijheid die je hebt wanneer je alles zelf doet, is enorm veel waard. Ik heb nu mijn eigen compagnie, die uit twee man bestaat, en doe daarnaast ook nog straattheater. Wanneer ik in België ben, geef ik bovendien les in Brussel, bij ‘Circus Zonder Handen’.”

Je kan je niet inbeelden hoe groot de ‘machine’ achter Cirque Du Soleil is
- Joren

Tijdens een voorstelling kan heel wat mislopen. Heb je dat al meegemaakt?

“Ja hoor, verschillende keren zelfs. Eén van de moeilijkste momenten tot nu toe was het einde van een zaalvoorstelling. Ik lag toen op mijn rug op de wip. Het was de bedoeling dat mijn partner in de lucht sprong en ik – van zodra hij landde op de andere kant van de wip – een salto deed tot vlak voor hem zodat we elkaar dan konden omarmen. Maar op het moment dat hij in de lucht hing, liep er technisch iets mis en viel het licht uit. Hij moest blind landen en ik moest blind een salto doen. Het publiek hield collectief de adem in, ik denk dat de zaal nog nooit zo stil geweest is… Gelukkig liep alles goed af (lacht).”

Wat wil je graag kwijt aan jonge circusartiesten?
“Drie dingen: geloof erin, werk keihard en geeft niet op! Het is geen gemakkelijk leven en als je er niet 100% voor wil gaan, dan moet je er niet aan beginnen. Maar, het is wel een fan-tas-tische job. Zolang ik het met volle goesting doe, blijf ik verdergaan!”

8 april 2015
Door: MIJNLEUVEN | Foto's: MIJNLEUVEN