
Na de WK gekte van vorige zomer, klinkt de naam Dries Mertens je wellicht niet onbekend meer in de oren. Deze topvoetballer speelt voor de Italiaanse voetbalploeg Napoli, maar vertegenwoordigt daarnaast dus ook ons land bij de enige echte Rode Duivels. Wat je misschien nog niet wist, is dat Dries geboren en getogen is in onze geliefde stad. mijnLeuven vond dat een ideaal excuus voor een diepzinnig interview. Lees snel verder!
Met dank aan: Katrin Kerkhofs en natuurlijk aan Dries zelf
Foto's: Belga
Dries, hoe ben je in de voetbalwereld beland?
“Ik ben met voetbal begonnen toen ik vijf was, bij dezelfde ploeg als die waar mijn oudere broer, Jeroen, bij speelde: Stade Leuven. Als klein jongetje ging ik soms naar Jeroen zijn trainingen kijken en dat inspireerde mij. Ik stond eigenlijk altijd te springen om mee te doen. Toen ik dan besliste om zelf met voetbal te beginnen, was ik eigenlijk nog een jaar te jong. Maar omdat ik toen al wat voetbalskills had, mocht ik aansluiten bij de zesjarige ‘duiveltjes ‘ van Stade Leuven.”
Was het altijd al je ambitie om topvoetballer te worden?
“In het begin was dat eigenlijk niet echt mijn streefdoel. Ik voetbalde vooral omdat ik het heel graag deed. Nog altijd trouwens. Maar natuurlijk wil elke jonge voetballer zo goed mogelijk worden. Dus toen ik mijn transfer naar Anderlecht maakte, was het voor mij duidelijk dat ik toch wel graag professional wilde worden. Toen ik besliste een carrière uit te bouwen binnen voetbal kon ik gelukkig rekenen op steun van iedereen rondom mij. Het is niet zo dat ik tegen negatieve reacties heb moeten opboksen. Dat doet veel.”
Heb je veel moeten opgeven voor de sport?
“Ik heb toch wel redelijk veel moeten opgeven. Dat is nu eenmaal een logisch gevolg, wanneer je beslist om je te smijten voor een hobby. Elke dag na school vertrok ik bv. meteen naar de training. Vaak zag ik dan hoe mijn vrienden op dat moment nog wat bij elkaar gingen spelen. Ik vond het soms wel jammer dat ik niet mee kon gaan, omdat ik zo heel wat sociale momenten miste. Maar al die ‘zorgen’ verdwenen van zodra ik op het grasveld stond. Ik voetbalde zo graag dat ik er die opofferingen met plezier bijnam. Bovendien trok ik trouwens vaak op met Denis Odoi (nu speler bij Lokeren, nvdr.). We zaten samen op school en speelden ook samen bij Stade Leuven en Anderlecht. Dus het was wel fijn dat ik altijd mijn ‘maatje’ bij mij had.”
Als klein jongetje ging is soms naar de trainingen van mijn broer kijken, dat inspireerde mij- Dries
Heb je nog andere hobby’s buiten voetbal?
“Neen, eigenlijk niet. Voetbal is al jaren mijn werk, maar het is ook nog steeds mijn hobby. En dus hetgeen ik het allerliefst doe. Bovendien heb ik daarbuiten ook niet echt tijd om nog andere hobby’s uit te oefenen. Als ik dan al eens vrije tijd heb, wil ik daar ook van kunnen genieten. Mijn agenda is al overvol genoeg.”
Wat is je grootste drijfveer?
“Ik vind eigenlijk gewoon het spel op zich het allerleukst. Ik geniet er enorm van om op het veld te staan. En ja, het competitieve aspect spreekt mij ook erg aan. En het feit dat het een ploegsport is! Het is leuk om samen met je teamgenoten iets te bereiken en samen naar eenzelfde doel te streven. ”
Zijn er ook mindere kanten aan voetbal?
“Het grootste nadeel aan mijn sport is dat ik weinig vrije tijd heb en dat ik bij momenten dus erg weinig tijd kan besteden aan mijn vrienden en familie. Bovendien verblijf ik vaak in het buitenland, waardoor ik mijn familie moet missen en bijgevolg bepaalde belangrijke momenten mis. Gelukkig houden ze mij allemaal uitgebreid op de hoogte en bestaat er zoiets als het internet, waardoor met elkaar in contact blijven redelijk goed meevalt. Ik heb wel gemerkt dat naarmate je beter wordt in voetbal – en je niveau dus stijgt – dat je vrije tijd steeds meer afneemt. Wat logisch is natuurlijk. Als je bezig bent met voetbal, moet je daar volledig op geconcentreerd zijn. Er is (bijna) geen tijd voor andere zaken. Voor elke match slapen we bv. op hotel zodat we ons volledig kunnen focussen op de wedstrijd die staat te gebeuren. Soms is dat allemaal best vermoeiend, maar ik neem het erbij omdat ik weet dat de topcarrière van een voetballer meestal duurt tot je ongeveer 35 bent. Ik besef dus maar al te goed dat ik later nog genoeg tijd zal hebben om de dingen te doen die ik nu wat moet missen.”
Voetbal is al jaren mijn werk, maar ook nog steeds mijn hobby- Dries
Welke ervaringen zal je niet snel vergeten?
“Eén van mijn mooiste ervaringen tot nu toe is mijn deelname aan het WK, afgelopen zomer. Ik scoorde er tegen Algerije en het gevoel dat ik toen had was onbeschrijflijk. Zo fantastisch! Bovendien waren mijn familie, vrienden en vriendin op dat moment aanwezig, wat het allemaal nog veel specialer maakte. Dat gevoel is iets wat ik nooit zal vergeten. Een andere memorabele ervaring was een match tegen Heracles, toen ik nog bij PSV (Philips Sport Vereniging uit Eindhoven, nvdr.) voetbalde. Ik verloor enkele tanden tijdens die match door een botsing met de keeper. Maar dat bracht mij niet van mijn stuk. Ik heb toen nog gescoord en droeg de goal op aan Jules, het eerste kindje van mijn broer. Dat was een mooi moment. Eigenlijk een geluk bij een ongeluk.”
Hoe zien de momenten voor een wedstrijd er uit?
“Wakker worden doen we, zoals ik daarnet zei, op hotel. Veel spelers hebben al kinderen, die een vlekkeloze nachtrust een beetje bemoeilijken. En omdat nachtrust heel belangrijk is voor onze prestaties, worden we de nacht voor een match afgezonderd. ’s Morgen beginnen we dan met een ochtendtraining. Na de training is er tijd om te douchen, te eten en opnieuw te rusten. Rond vijf uur in de namiddag worden we opnieuw wakker en krijgen we voor de tweede keer eten voorgeschoteld. Voor de wedstrijd houden we dan nog even een bespreking en maken we ons klaar om te vertrekken. Als we om negen uur moeten spelen, dan arriveren we rond half acht in het stadion.”
Heb je, zoals vele andere spelers, bepaalde geluksbrengers of rituelen voor je het veld op gaat?
“Voor ik aan een wedstrijd begin, wrijf ik vaak nog wat water over mijn gezicht. Maar het is niet zo dat ik echt bijgelovig ben en bepaalde vaste rituelen hanteer. Zeker geen bewuste dingen. Ik heb wel al gemerkt dat ik meestal met mijn rechterbeen het veld oploop. Maar dat gebeurt niet echt met opzet.”
Wat zijn je sterke en minder sterke kanten?
“Ik denk dat een van mijn sterke punten mijn winnaarsmentaliteit is, en het feit dat ik een teamspeler ben. Een minder sterk punt is dat ik nog wat beter moet leren verdedigen. Ik ben best wel perfectionistisch ingesteld en wil alles tot in de puntjes goed doen. Daardoor heb ik altijd het gevoel dat de dingen nog beter kunnen.”
Later heb ik nog genoeg tijd om de dingen te doen die ik nu moet missen- Dries
Een groot deel van je tijd spendeer je in Napels. Was het een moeilijke beslissing om naar daar te verhuizen?
“Neen, eigenlijk niet. Verhuizen naar Napels was een logisch gevolg van mijn transfer naar Napoli en ik heb er zeker geen spijt van. Het verhuizen was vooral voor mijn werk natuurlijk, maar ik woon er ook echt heel erg graag, samen met Katrin.”
Voel je je nog steeds een echte Leuvenaar?
“Ik probeer naar Leuven te komen van zodra ik vrije tijd heb. Als je dat objectief uittelt, is dat eigenlijk niet zo vaak. Maar ik doe mijn best. Om de vier maanden ongeveer ben ik in Leuven te vinden. En op die momenten, voel ik mij wel nog steeds op en top Leuvenaar. Hoe kan het ook anders, ik ben hier opgegroeid. Naar Leuven komen is altijd een beetje als thuiskomen. En dat vind ik erg belangrijk!”
Welke tips heb je voor jonge voetballers die in je voetsporen willen treden?
“Ik kan jullie vertellen dat ik rond mijn zestiende soms wel moeilijke momenten had. Ik speelde toen bij Anderlecht en moest bijna elke dag gaan trainen terwijl mijn vrienden en vriendinnen gingen feesten. Ik denk dat veel jongens op dat punt afhaken, maar eigenlijk moet je op dat moment gewoon echt doorzetten. Zelf kreeg ik soms ook commentaar dat ik te klein zou zijn om op topniveau te voetballen, dus het is zeker niet altijd gemakkelijk geweest. Maar ik ben blijven geloven in mezelf en de mensen rondom mij ook. Daar heb ik mijn succes aan te danken.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik heb nog geen concrete plannen voor de toekomst, dus ik wacht nog wat af en zie waar het leven mij brengt. Misschien wil ik later training geven aan kinderen, of wil ik jeugdspelers opleiden. En misschien verhuis ik zelfs opnieuw naar Leuven! Hoe dan ook, is alles momenteel nog onduidelijk en vaag. Het kan nog verschillende kanten uitgaan. Maar één ding staat vast, voetbal zal voor altijd een deel van mijn leven blijven.”
DE CARRIÈRE VAN DRIES OP EEN RIJTJE
1996-1998: Stade Leuven
1998-2003: RSC Anderlecht
2003-2005: AA Gent
2005-2007: AA Gent (waarvan een half jaar uitwisseling naar Eendracht Aalst en 1 naar AGOVV)
2007-2009: AGOVV (Ned.)
2009-2011: FC Utrecht (Ned.)
2011-2013: PSV (Ned.)
2013-nu: SSC Napoli (Ita.)