Samenleving
Mening

“We moeten onze jongeren omarmen”

25 januari 2017
mijnLeuven en lokale beleidsmakers over méér ruimte, experiment en participatie voor jongeren

Op dinsdag 24 januari zat mijnLeuven aan tafel met lokale beleidsmakers om in dialoog te gaan over drie thema’s die de Leuvense jongeren na aan het hart liggen: fysieke jeugdruimte, ‘mentale’ ruimte voor experiment en, tenslotte, jongerenparticipatie. Er volgde een reeks interessante gesprekken en er werd afgesloten met een samenvatting waarbij de aanwezige partijen duidden waar zij in de nabije toekomst werk van willen maken voor de Leuvense jeugd.

Maar laten we eerst even terugspoelen naar donderdag 13 oktober 2016. mijnLeuven viert dan haar vijfjarig bestaan met een grootschalig sectormoment in het Leuvense Radiohuis en nodigt daarvoor een paar vrienden uit. Zo’n 200 gegadigden – jongeren, jongerenwerkers en lokale beleidsmakers – tekenen present, met een hoofdrol én podiumplek voor vier doorwinterde mijnLeuven-jongeren en vier professionals, waaronder Luc Delrue, secretaris-generaal departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, en Luc Nowé, het brein achter Poppunt. Er volgt een geanimeerde babbel over het parcours dat mijnLeuven de laatste jaren aflegde, maar vooral een vooruitblik naar de uitdagingen die het Leuvense jongerenwerk de komende jaren nog te wachten staan. De aanwezige beleidsmakers luisteren aandachtig, praten na en gaan wijzer terug naar huis. Dinsdag 24 januari, zo’n drie maanden later, nodigt mijnLeuven die beleidsmakers opnieuw uit, ditmaal voor een update. Wat werd er opgepikt, die mooie herfstavond van 13 oktober, en vooral: wat is ‘de politiek’ bereid daarmee doen?

“Wat meer politieke moed tonen, dat zou al een mooi begin zijn”, horen we vallen. Want al doen de Leuvense jongeren met hun creatieve geest en ondernemingszin nog zo hun best om positief in het daglicht te worden gesteld, toch geraakt ‘de jeugd’ maar moeilijk af van die hardnekkige – en onterechte – connotatie: ‘overlast’. Dezelfde bezwaren spelen ook mee wanneer er wordt gezocht naar partners om de vraag naar fysieke jongerenruimte te beantwoorden: projectontwikkelaars, of grote spelers zoals de KULeuven, zijn maar zelden bereid om in zee te gaan met jongeren om de grote hoeveelheid leegstand in onze stad een tijdelijke invulling te geven. “Het is nu aan de politici en beleidsmakers om het voor onze jongeren op te nemen en daar iets aan te doen.”

“Al moet het heus niet altijd over ‘organiseren’ gaan. Jongeren moeten ook gewoon kunnen ‘zijn’. Een plek om je boterhammen op te eten is ook al veel, bijvoorbeeld. Een plek die jongeren toelaat zich thuis te voelen in onze stad, daar moeten we naar op zoek.” Dat wordt door alle aanwezigen beaamd. Maar toch wordt ook het belang van nét die experimenteerkansen niet onderschat. “Jongeren moeten de kans kunnen krijgen om te proberen, om op hun bek te gaan.” En als die kansen er nu niet voldoende zijn, dan is het aan de beleidsmakers om daarvoor te zorgen, samen met de jongeren zelf.

Om meer ‘mentale’ ruimte voor jongeren te creëren, moet eerst de mindset bij de beleidsmakers veranderen. Jongeren en hun ideeën dienen serieus te worden genomen.
- Lies Corneillie (Groen)

“Kabinet J, de Leuvense jongerenraad, is een goed begin. Maar is het genoeg?” Er lijkt nog nood te bestaan aan méér jongerenparticipatie, aan een directer contact met de beleidsmakers, en een sterkere vertrouwensband. “We moeten rechtstreeks in dialoog kunnen gaan met onze jongeren, en elke geëngageerde jongere moet positief worden onthaald en ondersteund. Dat ijzer moeten we smeden terwijl het heet is!” Toch is het misschien vooral nog de uitdaging die jongeren te horen die niet per se ‘het luidst roepen’. “We moeten proactief naar álle jongeren toestappen, en drempelverlagend werken.”

Eén iets valt op: alle aanwezige beleidsmakers en partijen zijn het erover eens dat er nog meer moet worden ingezet op de Leuvense jongeren. “mijnLeuven levert nu al heel straf werk, maar er kan altijd nog méér en nog béter en we moeten als politici ook in eigen boezem durven kijken.” Helemaal juist, maar wat wordt er nu precies – door wie – meegenomen?

Koen Dorleman (sp.a):

“sp.a Leuven erkent de pijnpunten die werden besproken en ging eerder ook al rond gelijkaardige thema’s aan de slag. Wat ruimte betreft, bijvoorbeeld, is er veel potentieel mochten we meer kunnen inzetten op collectieve ruimtes. Zo creëer je niet alleen de broodnodige fysieke ruimte voor jongeren, maar meteen ook meer draagvlak bij de buurtbewoners, die zelf mede-eigenaar zijn. Wat experimenteerkansen betreft, lijkt het wat toegankelijkheid betreft momenteel wel snor te zitten: de jongeren vinden mijnLeuven, krijgen de kans om op hun bek te gaan, maar worden toch goed begeleid. Misschien zit er nog wel iets in een na-traject voor de mijnLeuven-anciens, die hun ervaringen dan kunnen delen met de nieuwe lichting mijnLeuven-jongeren? Ook om de wat moeilijker te bereiken jongeren te laten participeren kan er worden gesteund op het sterke netwerk van mijnLeuven, want dat staat er nu al.”

Thomas Leys (Open Vld):

“Vrijheid voor jongeren om te doen wat ze willen, dat is waar we naar moeten streven. En dat begint bij ruimte, een probleem op wereld-, maar dus ook op microniveau, hier in Leuven. Eerder dan te proberen tegemoet te komen aan de wensen en verzuchtingen van alle doelgroepen, is het daarbij interessanter om de mensen samen te brengen en hun verhalen te laten delen, opdat er meer wederzijds begrip ontstaat. Wanneer we jongeren in zo’n gesprekken laten participeren, erkennen we dat jongeren volwaardige burgers en Leuvenaars zijn. Laat ons daar op inzetten.”

Soms heerst de perceptie dat er niet genoeg wordt geparticipeerd door de jongeren, toch is er de laatste jaren al heel wat gerealiseerd. Zo is er Kabinet J, een laagdrempelig orgaan dat jong engagement succesvol stimuleert én begeleidt.
- Dirk Vansina (CD&V)

Lies Corneillie (Groen):

“De stad moet zichzelf blijven uitdagen. Voor ruimte dient er te worden gekeken naar leegstand. mijnLeuven is daarvoor de ideale mediator. Als er in Kopenhagen vrije experimenteerruimtes bestaan waar wel 300 sleutels van circuleren, dan moeten we in Leuven toch ook enkele bescheiden stappen durven ondernemen. Waarom zetten we niet nu al wat experimenten op in HAL 9, in afwachting van de definitieve invulling daar? Om meer ‘mentale’ ruimte voor jongeren te creëren, moet eerst de mindset bij de beleidsmakers veranderen: jongeren en hun ideeën dienen serieus te worden genomen en te worden omarmd, en niet weggelachen of angstvallig van de tafel geveegd. Wat participatie betreft, doet mijnLeuven heel goed z’n werk als ‘vertaler’ tussen de jongeren en de beleidsmakers. Toch moeten beide partijen ook meer bereid zijn elkaars taal te spreken. Groen zal er alvast op toezien om voor de gemeenteraad proactief adviezen aan te vragen bij Kabinet J, maar er valt bijvoorbeeld ook nog veel te winnen met een groot jongeren- en scholencongres.”

Bart De Geeter (Vlaams Belang):

“Het is fijn te merken dat er over dit thema zoveel eensgezindheid bestaat. Het klopt inderdaad dat jongeren de kans moeten krijgen op hun bek te gaan. Dergelijke, leerrijke ervaringen moeten we blijven aanbieden en ondersteunen. Maar méér ruimte is en blijft een heikel punt in Leuven, al bij al geen grote stad. Misschien moet er – eerder dan dat er wordt gekeken naar extra ruimte – worden gestreefd naar meer vrijheid voor en tolerantie tegenover jongeren die hun ding doen op de plaatsen waar dat nu al kan. mijnLeuven levert nu al straf werk en slaagt erin moeilijk te bereiken jongeren toch aan te spreken. Ervoor zorgen dat ook die jongeren participeren, blijft een van de belangrijkste opgaven van mijnLeuven.

Fons Laeremans en Dirk Vansina (CD&V):

“’Georganiseerde jongeren’, jongeren in een jeugdbeweging of -vereniging, beschikken vaak al over een eigen plek: de scoutslokalen, de turnzaal, … Door elders in te zetten op het tijdelijk invullen van ruimte, kunnen we vooral ook mikken op het bereiken van de niet-georganiseerde jongeren. Ruimte voor experiment moet er ook zijn: het ondernemerschapsluik van mijnLeuven levert bijvoorbeeld sterk werk, maar soms moeten jongeren ook gewoon stoom kunnen aflaten: een fuif, van tijd tot stond, moet kunnen. Al willen we daar als CD&V ook vooral de dialoog stimuleren tussen jongeren en hun omgeving.”, aldus Laeremans. Vansina vult aan: “Al heerst de perceptie vaak dat er niet genoeg wordt geparticipeerd door de jongeren, toch is er de laatste jaren al heel wat gerealiseerd. Eén voorbeeld daarvan is de geslaagde herinrichting van het Damiaanplein, op vraag van de jongeren zelf. Kabinet J is een laagdrempelig orgaan dat jong engagement succesvol stimuleert én begeleidt. Meer directe participatie en dialoog tussen jongeren en beleidsmakers klinkt uiteraard veelbelovend, maar is dat wel waar alle jongeren op staan te wachten? De jongerenwerkers van mijnLeuven zijn momenteel dé voelsprieten die we nodig hebben om de vragen en wensen van jongeren door te kunnen spelen naar bovenaf.”

mijnLeuven kan terugblikken op een geslaagde avond, met aangename gesprekken, kritische uitwisseling en vooral één opvallende constante: er moet en zal nóg meer worden ingezet op de Leuvense jongeren. En dat horen we graag. We kijken dan ook nu al uit naar wat de lokale beleidsmakers voor jullie in petto hebben!

25 januari 2017