Jonge doeners
Samenleving

Vijf jaar mijnLeuven: een beetje anarchie never killed anybody

13 oktober 2016
mijnLeuven bestaat 5 jaar. Tijdens een feestelijke avond in het Leuvense Radiohuis werd dat op gepaste wijze gevierd.

mijnLeuven, het jongerenlabel van de jeugddienst van stad Leuven, bestaat 5 jaar. Tijdens een feestelijke avond in het Leuvense Radiohuis werd dat op gepaste wijze gevierd. Er werd geklonken en gedronken, maar vooral gepassioneerd gediscussieerd. Zowel jongeren als experts blikten in een levendig debat vooruit. Het resultaat? Enkele concrete aanbevelingen voor de toekomst.

Een ding is zeker: de confetti, toeters en bellen voor mijnLeuven zijn dik verdiend. In slechts vijf jaar tijd groeide het jongerenlabel van de Leuvense jeugddienst uit van een klein idee tot een sterk merk dat voor en door jongeren vorm gegeven wordt. mijnLeuven zorgt voor dynamiek in de stad. Het geeft jongeren kansen om te creëren, participeren of gewoon jong te zijn. Leuvense durvers, dromers, denkers en doeners krijgen zo een plaatsje om zich goed te voelen in hun eigen stad.

Het klinkt als een promopraatje van de jeugddienst zelf, maar dat is het niet. Het zijn lofwoorden van Leuvense jongeren én van experts die dagelijks bezig zijn met jeugd, cultuur, participatie en verstedelijking. Maar diezelfde jongeren en experts hebben ook kritiek. Want hoewel met het Leuvense jeugdbeleid al behoorlijk goed zit, kan het altijd nog beter.

Ruimte om jong te zijn

Jacob Schoolmeesters (16 jaar, organisator van het jongerenkunstenfestival Fabrik), Helena Vermeersch (19 jaar, initiatiefnemer Klimaat Op Tafel), Kaat Obbels (17 jaar, drijvende kracht achter Fabrik, Habitat en Kaalkollektiv) en Jef Sabo (22 jaar, bouwt als young entrepreneur soundsystems en zet feestjes op poten onder het moniker Utaman) hebben drie dingen gemeen: ze zijn jong, komen uit Leuven én zitten boordevol engagement. Net omdat ze volop organiseren en zo aan het stadsleven participeren, weten zij als geen ander waar de pijnpunten zitten. Een eerste groot mankement is ruimte. “Zowel letterlijk als figuurlijk is er te weinig plaats voor jongeren in Leuven”, klinkt het unaniem. “Er is geen plaats voor grote evenementen waar je lawaai mag maken. Bovendien zijn de regels over het start- en einduur van activiteiten wel héél streng. Er staan in de stad toch nog gebouwen waar niets mee gebeurt? Geef ons de mogelijkheid om van die plekken iets te maken.”

Het is geen nieuwe vraag. Al jaren vraagt de Leuvense jeugd om meer plaats. Een vraag die bovendien vaak misbegrepen wordt. “Mensen denken direct dat wij met plaats ‘een plek om te zuipen’ bedoelen”, zeggen de jongeren. “We worden herleid tot de jongeren die je donderdagavond of in het weekend op de Oude Markt aantreft. Ja, op de Oude Markt mag je lawaai maken, maar het is daar een zuipkot. Je vindt er veel jongeren, maar zij zijn niet representatief voor ‘de Leuvense jeugd’. Er zijn véél jongeren die meer willen en meer te bieden hebben dan een drankfeest.”

Op je bek gaan

Er zijn toch jeugdhuizen? Of cultuurhuizen zoals Het Depot, OPEK en STUK? “Het Leuvense cultuuraanbod is mooi en uitgebreid, maar heel hoogdrempelig en top down. Als je zelf een culturele activiteit in pakweg Het Depot wil organiseren, dan moet de kwaliteit van wat je maakt meteen heel hoog zijn. Er is weinig ruimte om te proberen én te mislukken, het moet meteen perfect zijn. Het is ook dat wat we bedoelen met een gebrek aan figuurlijke ruimte. We hebben het gevoel dat we niet de kans krijgen om iets op poten te zetten, te falen én daarna beter te doen. Wij willen op onze bek kunnen gaan.”

Er is weinig ruimte om te proberen én te mislukken, het moet meteen perfect zijn. Wij willen op onze bek kunnen gaan.

Samen buiten de lijntjes kleuren

Wie Jacob, Helena, Kaat en Jef hoort spreken, ziet het levende bewijs: de jeugd van tegenwoordig is niet individualistisch en ongeïnteresseerd. Het zijn gedreven en sociale jongeren, die openstaan voor dialoog. Toch wordt dat te weinig gezien. “Niemand is tegen een kindvriendelijke stad. Voor schattige, spelende kindjes zal er altijd ruimte gemaakt worden. Maar als het plots gaat over participatie en de rechten van rondhangende tieners, skatende jongeren of voetballertjes in de Bruul, dan slaat de sfeer om. Zo jammer! Leuven mist interactie. Ook vanuit het beleid. We mogen wel deelnemen aan vooraf uitgedachte trajecten, maar onze ideeën moeten binnen een specifiek kader passen. Laat ons meedenken en buiten de lijntjes kleuren, ondersteun en adviseer ons zoals de jeugdwerkers van mijnLeuven nu al doen.”

Diversiteit

Een laatste pijnpunt: diversiteit. Onze samenleving wordt diverser, maar niet alle jongeren worden bereikt of krijgen de kans om te participeren. De groep jongeren die mijnLeuven bereikt is – op enkele specifieke trajecten na – eerder homogeen. Dat herkennen ook Jacob, Helena, Jef en Kaat. “Bijna al onze vrienden zijn blank, hebben een gelijkaardige achtergrond, dezelfde hobbies, … en dat vinden we jammer. Je maar over straat wandelen om enorm veel kleur en diversiteit te zien en toch geraken we niet met elkaar in contact. Zij vinden de weg niet naar mijnLeuven, de Chiro, de Scouts, … en wij weten niet waar zij mee bezig zijn. We zijn er van overtuigd dat ook zij kunnen profiteren van de kansen en ondersteuning die mijnLeuven – en de jeugddienst in het algemeen – te bieden heeft.”

Een volledige stad aan jongeren

Fysieke en psychologische ruimte, diversiteit, jongerenparticipatie en een vraaggericht boven een aanbodgericht beleid. De jongeren weten wat ze willen. Maar is wat ze willen ook een terechte vraag? Of zijn het pubergrillen van een klein groepje jongeren die volgend jaar misschien andere wensen en verzuchtingen zullen hebben? Luc Delrue (secretaris-generaal departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media en voormalig directeur van Museum M), Luc Nowé (directeur van Poppunt, een organisatie die jonge muziekmakers ondersteunt), Sven De Visscher (doctor in de pedagogie en lector Sociaal Werk aan de Hogeschool Gent, gespecialiseerd in verstedelijking en gemeenschapsvorming) en Seppe De Blust (socioloog, urban planner en oprichter van NVDR, een bureau voor sociaal-ruimtelijk onderzoek, procesontwerp en - begeleiding) plaatsen enkele kanttekeningen. Te beginnen met het kaderen van de doelgroep. Want het volledige plaatje is veel groter dan vier mondige jongeren. “Leuven telt 22.000 jongeren tussen 19 en 30 jaar”, zegt Delrue. “Tel daar 52.000 studenten in dezelfde leeftijdscategorie bij en je krijgt 74.000 mensen tussen 19 en 30 jaar. Ter vergelijking: zoveel mensen wonen er in een volledige stad zoals Genk of Sint-Niklaas. Het is een feit dat Leuven meer in handen moet komen van die 74.000 jongeren.”

Kraken met toestemming

74.000 jongeren die meer ruimte willen, het is geen evidente vraag. Want de ruimte is eindig. En er is ook de economische realiteit. Jongeren zijn geen aantrekkelijke doelgroep voor projectontwikkelaars. “Ruimte is eindig, maar kan wel gecreëerd worden”, aldus De Blust. “De Molens van Orshoven aan de Vaartkom zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Anderzijds hoeven er ook niet per se nieuwe ruimtes gebouwd worden. Er zijn mooie ruimtes die misschien gewoon beter benut moeten worden. Kijk naar de universiteit. De KU Leuven heeft ontzettend veel gebouwen en terreinen in en rond de stad, een voordeel dat steden zoals Antwerpen of Brussel niet hebben. Ook zij zouden hun deuren nog meer moeten opensmijten. Laat jongeren die zalen en lokalen kraken met toestemming van de KU Leuven.”

Het hoeft ook niet altijd ver gezocht worden. De fysieke ruimte is beperkt, maar de zaak is ook hoe we daarmee omgaan. “Jongeren zeggen niet per se dat ze geen ruimte hebben, maar dat ze in bepaalde plekken geduwd worden”, zegt De Visscher. Het is tekenend voor steden om voor elke doelgroep een aparte ruimte te willen maken. Dat gaat niet. Ruimte is eindig en je kan niet blijven diversifiëren.”

Er mag al eens een fiets fout staan, er mag al eens wat vuil liggen en de studentenwelkom hoeft niet te stoppen om 22 uur. Leuven kan wel een beetje anarchie aan.

Meer dan een provinciestadje

Het is tijd voor een ommekeer, daar zijn de expert het over eens. “Er moet volwassenwording komen als Leuven meer dan een provinciestadje wil zijn”, weet Delrue. “Vertrek met het creëren van collectieve ruimtes en pas dan van private ruimtes. Niet andersom. De stad heeft de voorbije twintig jaar ontzettend veel moeite gedaan om woningen en ruimte voor de oudere Leuvenaars te creëren, maar nu mag de stad terug wat meer in handen van die 74.000 jongeren komen. Er mag al eens een fiets fout staan, er mag al eens wat vuil liggen en de studentenwelkom hoeft niet te stoppen om 22 uur. Leuven kan wel een beetje anarchie aan.”

En mijnLeuven, wat is daar de toekomst van? “mijnLeuven werkt”, besluit Nowé kort en krachtig. “Het is een instantie die zowel door de jeugd als de politiek gedragen wordt en die beide partijen met elkaar verbindt. Het is net dat wat een stad nodig heeft. Dat moet je koesteren.” “Over vijf of tien jaar is mijnLeuven hopelijk een organisatie waar effectief élke jongere terecht kan”, vult De Visscher aan. “Eentje die samen met hen verder heeft kunnen bouwen aan een democratische stad waar jongeren zich thuis voelen.”

Check hier het filmpje dat Willem Jones maakte naar aanleiding van het mijnLeuven-verjaardagsfeest. Hij legde geëngageerde, Leuvense jongeren en hun wensen voor - en bemerkingen bij - het Leuvense jeugdbeleid vast op beeld: Vijf jaar mijnLeuven

13 oktober 2016