Sport

Urenlang door de lucht vliegen zonder motor

11 oktober 2016
Door: MIJNLEUVEN
Het hoe en wat over zweefvliegen.

Gecontroleerd vallen, dat verwachtte mijnLeuven fotograaf Bavo toen hij hoorde dat hij mocht zweefvliegen. Een verwachting die hij wel wat moest bijstellen. “Het contrast tussen de fragiele look van het zweefvliegtuig en de veiligheid die ik ervoer in de lucht, was enorm. Echt een hele fijne ervaring”. Om meer te weten te komen over zweefvliegen had mijnLeuven een gesprek met Hartmut Koelman van LUAC, de Leuvense Universitaire Aero-Club.
Tekst: Hanne Decré/ Foto's: Bavo Nys

Hartmut, wat is zweefvliegen eigenlijk?
“Eenvoudig gezegd is zweefvliegen vliegen met een vliegtuig zonder motor. Een zweefvliegtuig is heel aerodynamisch en heeft daarom betere vliegprestaties dan een motorvliegtuig. Er is alleen opstijgende lucht nodig om in de lucht te blijven. Dat kan thermiek zijn (een door de zon opgewarmde luchtbel die gaat stijgen, nvdr.) of hellingstijgwind (als de wind tegen een berg of heuvel waait, moet die omhoog om er over te geraken, nvdr.). De kunst bestaat erin om die stijgwinden te vinden. Dat betekent natuurlijk ook dat je volledig afhankelijk bent van het weer als je langer dan een kwartiertje in de lucht wil blijven.”

“In de beginjaren van het zweefvliegen was het vooral de bedoeling om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. Door gebruik te maken van hellingstijgwind werd er in 1952 een wereldrecord neergezet van 56 uur. Dat zijn drie dagen en twee nachten! Dat soort recordpogingen hebben ze wel moeten afschaffen omdat het te gevaarlijk werd. Mensen vielen in slaap in de lucht. Nu gaan wedstrijden en recordpogingen vooral over afstand en snelheid. Het wereldrecord ‘vrije afstand’ is momenteel 2256 km. De topsnelheid van een modern zweefvliegtuig zit rond de 250 à 270 kilometer per uur. Maar in de praktijk wordt er meestal tussen de 80 en 160 kilometer per uur gevlogen.”

Waar komt de sport vandaan?
“De eerste experimenten met vliegtuigen zonder motor gebeurden op het einde van de 19de eeuw. Het was een Duitser, Otto Lilienthal, die met een soort deltavlieger bewees dat mensen konden vliegen als een vogel. Toen de luchtvaart zoals we ze nu kennen – met een motor – in 1903 ontstond, viel het zweefvliegen wat stil omdat alle ontwikkelingen richting motorvliegtuigen gingen. Wat logisch was natuurlijk. Pas na de Eerste Wereldoorlog pikte Duitsland de zweefvliegdraad weer op. Dat kwam dan vooral door het verdrag van Versailles, dat Duitsland verbood om nog langer aan motorluchtvaart te doen. En dat zorgde ervoor dat zweefvliegen opnieuw een plaats in het Duitse luchtruim veroverde.”

“We mogen Leuven trouwens ook niet vergeten wanneer we het hebben over de geschiedenis van het zweefvliegen in België. In 1930 werd er namelijk de eerste Belgische zweefvlucht van meer dan een uur gevlogen. Dat gebeurde aan de Kesselberg.”
Boven in de lucht mag je dan wel op jezelf aangewezen zijn, opstijgen kan je nooit alleen
- Hartmut

Heb je er veel voor nodig?
“Het belangrijkste is een zweefvliegtuig natuurlijk (lacht). Meteen ook het meest dure onderdeel. Je hebt verder ook een aanhangwagen nodig om het zweefvliegtuig te vervoeren. En nog wat kleinere accessoires zoals een parachute. Maar daar zorgt de club allemaal voor. Een speciale persoonlijke uitrusting heb je niet nodig. Enkel een zonnebril, tegen het felle licht.”

Wie mag de sport beoefenen?
“Je moet minstens veertien jaar zijn om bij de club te komen. En daar zijn twee redenen voor. Ten eerste moet je groot genoeg zijn om over het instrumentenbord te kijken, ten tweede moet je ook een bepaald minimumgewicht hebben: 55 kilogram. Normaal moet je minstens 70 kilogram wegen, maar voor wie lichter is nemen we loodkussens mee. De bovengrens in lengte is 1m90 en in gewicht 90 kilogram.”

“Vooraleer je solo mag vliegen, moet je gekeurd worden door een luchtvaartarts. Maar dat is normaal gezien gewoon een formaliteit. Een bril of contactlenzen zijn bijvoorbeeld geen probleem. Wel mag je geen aandoening hebben waarbij bijvoorbeeld het risico bestaat dat je flauwvalt.”

Moet je ook over bepaalde kwaliteiten beschikken? Of kan iedereen ermee beginnen?
“Zweefvliegen is een buitensport met technische elementen. Natuurlijk ben je dus best iemand die graag in de buitenlucht zit en toch ietwat feeling heeft met het technische aspect. Toch is het een misvatting dat de sport alleen voor ingenieurs of jongens zou zijn. Iedereen is welkom. De ervaring leert wel dat hoe jonger je leert zweefvliegen, hoe sneller je ermee weg bent. Verder is het belangrijk dat je een teamspeler bent. Boven in de lucht mag je dan wel op jezelf aangewezen zijn, opstijgen kan je nooit alleen.”

Is zweefvliegen gevaarlijk?
“Ongevallen gebeuren heel zelden. Als er toch eens iets fout loopt, blijft het bijna altijd beperkt tot ‘blikschade’. We zijn een sport, maar we doen ook aan luchtvaart, wat betekent dat alles in het teken van veiligheid staat. Het materiaal wordt tiptop in orde gehouden, je krijgt een grondige en degelijke opleiding, er zijn regels waaraan je je moet houden, en je moet je persoonlijke grenzen leren kennen en respecteren. De club helpt je daarbij. Eigenlijk houdt zweefvliegen niet meer risico’s in dan pakweg autorijden. Als je weet waar je mee bezig bent, verloopt alles zoals het zou moeten.”

Het gebeurt wel eens dat we samen met roofvogels vliegen
- Hartmut

Hoe en waar trainen jullie?
“We zijn een Leuvense club, maar boven Leuven mogen we jammer genoeg niet zweefvliegen. Dat komt omdat het luchtruim helemaal gereserveerd is voor verkeersvliegtuigen die richting Zaventem gaan. Er zit dus niets anders op dan op verplaatsing gaan. Wanneer we gaan vliegen, trekken we daarom naar Zwartberg bij Genk.”

“Er bestaan verschillende opleidingsformules binnen de club. Tijdens de wintermaanden, wanneer er niet kan gevlogen worden omdat de dagen te kort zijn en het weer te slecht is, is er een kennismakingscursus. Je krijgt dan een reeks theorielessen en leert vliegen op een simulator. In maart kan je dan effectief beginnen zweefvliegen. Tijdens het vliegseizoen kan je je inschrijven voor een Start To Fly pakket met vier proeflessen. Ideaal voor als je nog niet zeker bent of zweefvliegen iets voor jou is, en of je daar het nodige budget voor wil neertellen.”

“Om echt te leren zweefvliegen moet je je registreren in onze vliegschool, om zo het wettelijk opleidingsprogramma te volgen. Wanneer je gemiddeld 40 vluchten met een instructeur hebt gedaan, ben je klaar om een eerste keer alleen te vliegen. Meestal op het einde van je tweede jaar. Nadien vlieg je onder toezicht nog een tijdlang solo, waarna je een theoretisch en praktisch vliegexamen aflegt om je zweefvliegvergunning te behalen. Het rijbewijs van de zweefvlieger, zeg maar.”


En het kostenplaatje?
“Wie echt wil leren zweefvliegen moet toch rekenen op een 1000 euro per jaar. Dat is natuurlijk niet zo goedkoop, maar wel een pak minder duur dan motorvliegen. Omdat we een club zijn waar vooral ook scholieren en studenten welkom zijn, hebben we wel voordelige lidmaatschapsformules voor de jeugd.”

Wat maakt zweefvliegen zo speciaal?
“Wanneer je in de lucht hangt heb je écht het gevoel dat je vliegt als een vogel. Eens je boven bent, blijf je alleen in de lucht door een combinatie van natuurkrachten zoals de zon en de wind, en wat je zelf kan. Het gebeurt zelfs dat we samen met roofvogels vliegen. Net omdat er geen motorgeluid is, hebben de vogels geen schrik van een zweefvliegtuig. Ze zijn zelfs de beste gidsen, want ze voelen als geen ander aan waar de opstijgende lucht zit. Bovendien kom je altijd in een andere omgeving terecht. Zweefvliegen is enerzijds heel rustgevend en relax, en anderzijds krijg je er ook een groot gevoel van vrijheid door.”

“Ook leuk is dat er af en toe wat grappige dingen gebeuren. Het gebeurt bv. wel eens dat je moet landen in een veld, wat op zich al een hele kunst is. Meestal lokt dat veel toeschouwers en word je uitgenodigd voor een glas. Maar soms krijg je een boze boer achter je aan, die vindt dat zijn aardappelveld beschadigd geraakt door je landing.”

BAVO OVER ZWEEFVLIEGEN
“Omdat ik niet echt een idee had van wat zweefvliegen inhield, wist ik eigenlijk niet goed wat ik moest verwachten. Ik wist wel dat het een soort glijden door de lucht was, maar niet dat je met het juiste weer gemakkelijk een uur in de lucht kan blijven of dat je met een zweefvliegtuig zonder probleem een paar honderden kilometers kan vliegen. Ook had ik niet gedacht dat de piloten hun zweefvliegtuig zo goed konden beheersen. Het contrast tussen de fragiliteit van het toestel en de eigenlijke veiligheid vond ik echt verrassend. Een prachtig staaltje technologie, als je het mij vraagt. Uiteindelijk hebben we bijna een uur gevlogen. Boven in de lucht ervaar je een enorme rust, ook omdat er geen motorgeluid is. Ik ben ook wel nieuwsgierig om het zelf eens uit te testen. Iets voor de volgende keer misschien!”

Wil jij graag achter het stuur van zo’n zweefvliegtuig zitten?
Kan je niet wachten om in de lucht te hangen?
Surf dan naar www.luac.be of ga eens praten met de mensen van de club tijdens de infoavond zweefvliegen in oktober. De juiste datum en locatie volgt op de website!

11 oktober 2016
Door: MIJNLEUVEN